Hoe verloopt de opname van de meterstanden?

Mis à jour le : 22/09/2016

Als de individuele wooneenheden van het gebouw zijn uitgerust met meetinstrumenten, dan vraagt de beheerder aan een gespecialiseerde onderneming om minstens eenmaal per jaar de meterstanden te komen opnemen. Hij kan dit ook doen voor de doorstroommeters voor koud water en/of warm water. Deze gespecialiseerde ondernemingen worden meteropnamebedrijven genoemd. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn dit Techem, Ista en Aquatel.

Terminologie
De naam “meteropnamebedrijf” is geen officiële benaming. Hij verwijst gewoon naar een van de specifieke en belangrijkste opdrachten van deze bedrijven: het beheren en opnemen van de standen van de verschillende meetinstrumenten.

Afhankelijk van het betrokken type meetinstrument, moeten sommige opnames van de meterstanden bij de bewoners thuis worden uitgevoerd. Andere kunnen van op afstand worden uitgevoerd, of zonder dat de bewoners thuis zijn (doorstroommeters en/of warmtemeters die op de overloop zijn geïnstalleerd). De meterstanden worden elk jaar ongeveer in dezelfde periode opgenomen.

Het meteropnamebedrijf meldt aan de beheerder van het gebouw op welke dag de technici zullen langskomen. Het is dan de taak van de beheerder om deze informatie over te maken aan de verschillende bewoners van het gebouw:

  • Als de opname van de meterstanden vereist dat de bewoners thuis zijn, moeten ze aanwezig zijn of zich laten vertegenwoordigen (door een buur, een verwant…)
  • Als de opname van de meterstanden niet vereist dat de bewoners thuis zijn, kan deze informatie toch nuttig zijn: de bewoners kunnen dan namelijk zelf de meterstanden opnemen om ze te vergelijken met die van het “meteropnamebedrijf”.
Opname van de meterstanden van verdelers volgens verdampingsprincipe

Bij zijn bezoek noteert de technicus voor elke verdeler het aantal verdampte eenheden.

Daarna:

  • Als het gaat om een verdeler met één buisje, dan haalt de technicus het buisje uit de verdeler en vervangt het door een nieuw buisje met een vloeistof van een andere kleur, wat bewijst dat de opname van de meterstanden werd uitgevoerd.
  • Als het gaat om een verdeler met twee buisjes, dan verplaatst de technicus het buisje van het afgelopen jaar naar een verzegeld vak in de verdeler. Daarnaast plaatst hij voor het komende jaar een nieuw buisje dat is gevuld met een vloeistof van een andere kleur.

Als één van de verdelers in de woning een vloeistof bevat van een kleur die verschilt van die in de andere verdelers, dan betekent dit dat de meterstand van die betrokken verdeler niet werd opgenomen.

Op het einde van het bezoek vraagt de technicus aan de bezoeker om het meteropnameblad waarop hij de gegevens voor alle verdelers van de woning heeft genoteerd, te ondertekenen. Hij geeft een dubbel van dit blad aan de bewoner.

Ondertekening van het meteropnameblad:
Als de bewoner de meterstanden betwist, is het aan te raden dat hij het meteropnameblad ondertekent en duidelijk aangeeft dat hij niet akkoord gaat en vermeldt waarop de betwisting precies betrekking heeft (nummer van de betrokken verdeler, enz.).

Als de fout niet onmiddellijk ontdekt wordt, zal een betwisting in theorie toch mogelijk blijven als het document is ondertekend, omdat het niet de vermelding “gelezen en goedgekeurd” bevat. Toch is het, met name in het geval van verdelers met één buisje, in de praktijk heel moeilijk om de meterstand te betwisten omdat het in dat geval het woord van het meteropnamebedrijf tegen dat van de huurder is. We raden iedereen dus aan om zeer opmerkzaam te zijn bij de opname van de meterstand om een mogelijke procedure in geval van betwisting, meer kans op slagen te geven.

Mogelijke problemen bij de opname van de meterstand:

De opname van een meterstand kan om verschillende redenen problemen geven:

  1. een meubel verhindert de technicus de toegang tot de verdeler. In dat geval wordt het verbruik van de radiator geraamd, gewoonlijk op basis van het verbruik van de voorgaande drie jaren
  2. het nummer en/of de schaalaanduiding op de verdeler zijn moeilijk leesbaar geworden
  3. de technici worden geconfronteerd met lege buisjes, oude buisjes of stellen vast dat het buisje weg is. In dat geval zal meestal een forfaitair aantal eenheden worden aangerekend. De bewoner doet er dus goed aan om het meteropnamebedrijf zo snel mogelijk te contacteren wanneer er zich een dergelijk probleem voordoet.

Opname van de meterstanden van elektronische verdelers

  • Zonder radiozender (radiofrequentie):
    Net zoals bij verdelers die werken volgens het verdampingsprincipe, worden de meterstanden van elektronische verdelers opgenomen door een technicus. De controle en, in voorkomend geval, de betwisting zijn echter eenvoudiger omdat het toestel het totale aantal eenheden van het voorbije jaar opslaat in het geheugen.
  • Met radiozender (radiofrequentie):
    Wanneer de elektronische verdeler is uitgerust met een dergelijk toestel, kunnen de meterstanden van op afstand worden opgenomen zonder dat er een technicus moet langskomen. De installateur programmeert voor elke verdeler een vaste datum waarop de teller weer op nul wordt gezet.De radiozender zendt een zeer zwakke radiofrequentie uit die niet kan worden verward met andere signalen (gsm, wifi, enz.). Er is dus geen risico op verwarring bij de opname van de meterstanden op afstand. Er is evenmin een risico voor de gezondheid, aangezien er enkel een radiofrequentie wordt uitgezonden wanneer de technicus de zender activeert om de meterstanden op te nemen.

Opname van de meterstanden van andere meetinstrumenten

De procedure voor de opname van de meterstanden van doorstroommeters en geïntegreerde warmtemeters is vergelijkbaar met die voor de verdelers.

Voor de doorstroommeters voor het water, zijn er twee mogelijke gevallen:

  • De beheerder neemt de meterstanden zelf op. In dat geval bezorgt hij de gegevens aan het meteropnamebedrijf dat belast is met het opstellen van de kostenafrekening.
  • De beheerder laat de opname van de meterstanden uitvoeren door een meteropnamebedrijf. Gewoonlijk worden de standen van alle meetinstrumenten (zowel voor verwarming als voor water) op hetzelfde moment opgenomen

Voorzorgen bij de opname van meterstanden thuis

Voor en tijdens de opname van de meterstanden is het ten stelligste aan te raden dat de bewoners van het gebouw de volgende zaken in acht nemen.

1. Vóór de opname:
In de mate van het mogelijke, kort voor aankomst van de technicus op de dag van het bezoek:

  • zelf de meterstanden van alle meetinstrumenten opnemen.
  • Noteer voor elke verdeler op een vel papier het aantal eenheden, het nummer van de verdeler en de kamer waar die zich bevindt.
  • Bezorg dit document met de meterstanden aan de technicus wanneer hij aankomt.

2. Op het moment van de opname:
De technicus is verplicht om de bewoner toe te laten hem tijdens de opnames te vergezellen, en moet hem de tijd geven om de opgenomen meterstanden te controleren en de gegevens te vergelijken, alvorens hij weer vertrekt.

Het is ten stelligste aan te raden dat de bewoner:

  • Ten minste de door de technicus opgenomen meterstanden vergelijkt met de meterstanden die hij vooraf zelf heeft opgenomen.
  • Of beter nog, de technicus vergezelt en de opgenomen meterstanden verdeler per verdeler controleert.

Bij verdelers met één buisje, is het aan te raden om de opgenomen meterstand verdeler per verdeler met de technicus te controleren!
Als de radiatoren zijn uitgerust met verdelers met één buisje, dan neemt de technicus de meterstand op en vervangt hij direct het buisje voordat hij naar de volgende radiator gaat. Hij stopt dit buisje in zijn tas, samen met de andere buisjes. Vanaf dat moment is het dus niet langer mogelijk om de meterstand te controleren en enig bewijsmateriaal bij te houden in geval van betwisting.

Het is dus belangrijk om met de technicus mee te gaan en de opgenomen stand van elke verdeler te controleren en, in geval van betwisting, te eisen dat het betwiste buisje niet wordt vervangen zodat het later opnieuw kan worden gecontroleerd.

Wat als de bewoners afwezig zijn?

Wanneer de technicus geen toegang heeft tot de woning, dan kunnen de meterstanden van bepaalde meetinstrumenten (die zich binnen in de woning bevinden) in principe niet worden opgenomen. Er kan een 2e of 3e bezoek worden gepland, wanneer deze bepaling is voorzien in het reglement van het gebouw of in het huurcontract. Als de meterstanden niet kunnen worden opgenomen, is het mogelijk dat het verbruik van de huurder op basis van een raming of een forfait wordt gefactureerd

  1. Raming:
    Als de technicus, ondanks het aantal voorziene bezoeken, geen toegang heeft kunnen krijgen tot de woning, dan berekent het meteropnamebedrijf de kostenafrekening op basis van het voorgaande jaar of de voorgaande jaren (gewoonlijk de 3 voorgaande jaren). De afrekening gebeurt dus op basis van een raming.
  2. Forfait:
    Als de bewoner afwezig is, is het ook mogelijk dat hem een forfait wordt aangerekend. Er bestaat geen duidelijke wetgeving ter zake, maar de beheerder van het gebouw kan vrij kiezen of hij deze bepaling aanneemt. Let wel:
    • Als deze bepaling niet is opgenomen in het huurcontract van de woning, in het reglement van mede-eigendom of in het huishoudelijk reglement, dan is een procedure via de vrederechter mogelijk.
    • Is ze wel opgenomen, dan is een dergelijke procedure niet mogelijk.

Meetinstrumenten met radiozender
Bij dergelijke instrumenten maakt het niet uit als de huurder afwezig is, omdat de opname van de meterstanden ervan op afstand gebeurt via de radiofrequentie.