< Terugkeer

Een leverancier leeft de ordonnanties niet na: voorbeeld van een geval dat door het Steunpunt werd behandeld (beschermde klant)

Geplaatst op: 14/11/2019 - Bijgewerkt: 11/12/2019

Deze case werd een overwinning voor de persoon die door zijn leverancier voor het gerecht werd gedaagd, en dus voor de maatschappelijk werkers die hem hebben begeleid.

Voor de zomer werden we gecontacteerd door een OCMW dat ons een geval voorlegde van een persoon die op 31/05/2019 het statuut van beschermde klant had gekregenNadat deze consument het statuut van beschermde klant kreeg, spande de leverancier een rechtszaak aan (dagvaarding dd. 11/06/2019). Bovendien weigerde de leverancier om een slotfactuur op te stellen en te onderhandelen over een afbetalingsplan (omdat er een gerechtelijke procedure was gestart), hoewel de ordonnanties bepalen dat er een afbetalingsplan moet worden opgesteld wanneer een klant een beschermd statuut krijgt.

Het OCMW nam contact op met de leverancier en het bureau van de gerechtsdeurwaarder om hen erop te wijzen dat de procedure op verschillende niveaus betwistbaar was, maar ze wilden de zaak niet van de rol halen en dus vond er op 03/09/2019 een hoorzitting plaats.

We hebben het OCMW dan ook geholpen om een gedetailleerde argumentatie voor te bereiden die voor de rechter kon worden uiteengezet. We hebben eveneens contact opgenomen met BRUGEL om te horen hoe zij tegen deze zaak aankeken. Het OCMW heeft de gebruiker vóór de hoorzitting ontvangen om uit te leggen op welke punten de rechter attent moest worden gemaakt en heeft de gebruiker eveneens een brief gestuurd met de argumentatie en het advies van BRUGEL (gewoon ter ondersteuning omdat de rechter geenszins verplicht is om tijdens de hoorzitting rekening te houden met een dergelijke brief waarvan de andere partij overigens niet vooraf op de hoogte was).

In de argumentatie waren onder andere de volgende punten opgenomen:

  • De dagvaarding waarin de ontbinding van het contract werd gevraagd, werd gestuurd toen de gebruiker het statuut van beschermde klant al had gekregen, wat in strijd is met de Brusselse ordonnanties1.
  • De leverancier kon nog wel naar de rechter stappen om een betaling van de verschuldigde bedragen te bekomen, maar:
    • De leverancier heeft geen slotfactuur opgesteld om het totale verschuldigde bedrag te bepalen. De rechter had met andere woorden een uitspraak moeten doen over een bedrag dat wellicht geen correcte weergave was van de reële schuld.
    • De leverancier heeft ook geweigerd om te onderhandelen over een afbetalingsplan zoals voorzien in de ordonnanties wanneer iemand beschermde klant wordt (artikel 25 septies, §4 van de Ordonnantie Elektriciteit en artikel 20 quinquies van de Ordonnantie Aardgas).

We zijn dus blijven benadrukken dat de leverancier geen dagvaarding kon indienen om het contract te laten ontbinden; dat zelfs wanneer hij op het moment van de dagvaarding niet op de hoogte was van het statuut van de klant, hij daar meermaals op werd gewezen door zijn klant en door het OCMW.

We hebben erop gewezen dat een gerechtelijke procedure niet de juiste oplossing was als de leverancier met de dagvaarding enkel wilde dat de klant zijn schuld betaalde. De leverancier moest eerst een slotfactuur opstellen om te bepalen hoeveel de schuld in werkelijkheid bedroeg waarna er, conform de ordonnanties, een afbetalingsplan moest worden opgesteld.

In het licht van al deze elementen concludeerden we dat deze procedure niet gerechtvaardigd was en in strijd was met de ordonnanties. Onze idee was om aan de rechter te vragen om niet te gelasten dat het contract werd ontbonden en om de kosten voor de procedure geenszins te verhalen op de gebruiker.

Het OCMW heeft ons laten weten dat de betrokken persoon in het gelijk werd gesteld. We hebben op dit moment nog geen details of een kopie van het vonnis (als we dit ontvangen zullen we, mits het OCMW en de gebruiker hiermee instemmen, het geanonimiseerd op onze website plaatsen), maar het is in ieder geval een mooie overwinning.

In dergelijke situaties is het niet altijd duidelijk welke regels er precies van toepassing zijn of welke rechten binnen het complexe systeem van de geliberaliseerde markt er niet werden gerespecteerd. Een van onze taken bestaat erin om jullie daarin te begeleiden en de tijd te nemen om het nodige onderzoek te doen. Aarzel dus niet om een beroep te doen op ons.

We merken ook welke impact de maatschappelijk werker kan hebben wanneer hij over de nodige middelen beschikt om met de begunstigde af te spreken en samen met hem alle ins en outs van de situatie te analyseren. Die laatste kan zich hierdoor gesterkt voelen om naar de hoorzitting te gaan en zijn rechten te doen gelden.

[1] Artikel 25 septies §4 van de Ordonnantie Elektriciteit en artikel 20 quinquies §4 van de Ordonnantie Aardgas stellen dat “Zodra het gezin het statuut van beschermde afnemer heeft, wordt het contract dat met de leverancier werd gesloten opgeschort en kan de leverancier niet aan de vrederechter de ontbinding van het contract vragen tijdens de duur van de opschorting.”