Tussenkomst van het Sociaal Verwarmingsfonds
Mis à jour le : 06/08/2024
Verbod op verwarming met flessengas
Om gezondheids- en veiligheidsredenen is het in het Brussels Gewest verboden om de woning te verwarmen met flessengas.
Hierbij moet het gaan om het type brandstof dat hoofdzakelijk wordt gebruikt om de woning te verwarmen.
-
Categorie 1: personen die een verhoogde tegemoetkoming genieten van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging
Het bedrag van het jaarlijks belastbaar inkomen van het huishouden mag maximaal 23.851,17 euro bedragen, verhoogd met 4.413,54 euro per persoon ten laste. Het jaarlijks netto-inkomen van personen ten laste moet lager zijn dan 3.410,00 euro, waarbij de gezinsbijslag en het onderhoudsgeld voor kinderen niet worden meegerekend.
In de volgende gevallen is het niet nodig om een inkomensonderzoek uit te voeren:
-
-
- wanneer het huishouden bestaat uit een alleenstaande (met of zonder kinderen ten laste) met het RVT-statuut;
- wanneer het hele huishouden het RVT-statuut heeft.
-
-
Categorie 2: mensen met een laag inkomen, d.w.z. huishoudens met een jaarlijks bruto belastbaar inkomen van 23.851,17 euro of minder, verhoogd met 4.413,54 euro per persoon ten laste.
Als het huishouden andere eigendommen bezit dan de gezinswoning wordt het niet-geïndexeerde kadastraal inkomen van deze goederen vermenigvuldigd met drie en opgeteld bij het belastbaar bruto jaarinkomen.
-
Categorie 3: personen met een overmatige schuldenlast die in aanmerking komen voor schuldbemiddeling (overeenkomstig de wet van 12 juni 1991 betreffende het consumentenkrediet) of voor een collectieve schuldregeling (krachtens artikel 1675/2 e.v. van het Gerechtelijk Wetboek) en die hun verwarmingsfactuur niet kunnen betalen.
De maatregel is gericht op mensen die de kosten van hun stookoliefacturen zelf betalen, ongeacht of ze een individueel of collectief verwarmingssysteem hebben. In dat laatste geval moet de aanvrager een document bijvoegen waarin de eigenaar of beheerder van het gebouw verklaart op hoeveel woningen de factuur betrekking heeft.
Voor grote leveringen van brandstof moet het afleveradres overeenstemmen met de hoofdverblijfplaats van de aanvrager.
Lees meer over de toelatingsvoorwaarden op de officiële website van het Sociaal Verwarmingsfonds of op de website van de POD Maatschappelijke Integratie.
(Bedragen bijgewerkt in november 2022)
Het Sociaal Verwarmingsfonds biedt twee soorten financiële hulp:
1. Volumetoeslag per liter voor het vullen van de stookolietank of de propaangastank, in bulk thuisbezorgd
Sinds 1 januari 2014 hangt de vergoeding af van de betaalde aankoopprijs. Het bedrag varieert tussen 0,14 en 0,20 euro per liter (maximaal 1.500 liter per jaar per gezin).
2. een forfaitair bedrag per jaar voor stookolie of lamppetroleum (type c) aangekocht in kleine hoeveelheden in jerrycans (bidons) voor gebruik in mazout- of petroleumkachels
Er is een forfaitaire toelage van 210 euro per kalenderjaar voorzien voor stookolie of lamppetroleum (type c) aangekocht in kleine hoeveelheden aan de pomp.
- Voor brandstoffen geleverd in grote hoeveelheden:
Binnen 60 dagen na de levering van de brandstof moet men contact opnemen met het plaatselijke OCMW en het leveringsbewijs kunnen voorleggen. Het OCMW controleert dan of aan alle toelatingsvoorwaarden is voldaan. - Voor brandstoffen die in kleine hoeveelheden aan de pomp werden gekocht:
Voor kleine hoeveelheden moet men aantonen dat die brandstoffen effectief worden gebruikt om de woning te verwarmen. Het aankoopbewijs kan al voldoende zijn als bewijs, maar in geval van een sociaal onderzoek kunnen ook andere aankoopbewijzen worden opgevraagd. Die moeten dan worden ingediend bij het OCMW, dat vervolgens controleert of aan alle voorwaarden is voldaan.
Procedure
De aanvraag kan per post worden ingediend (bij voorkeur aangetekend), maar het gaat meestal sneller als men langsgaat bij het OCMW (al kan de wachttijd voor een afspraak lang zijn). Voor leveringen van grote hoeveelheden brandstof moet het huishouden een formulier invullen en opsturen naar het plaatselijke OCMW, samen met de gevraagde bewijsstukken. Aangetekend opsturen is niet vereist, maar wel aan te raden. Het OCMW neemt binnen 30 dagen een beslissing. De genomen beslissing van het OCMW wordt vervolgens binnen acht dagen per post (al dan niet aangetekend) meegedeeld aan het huishouden. De toelage wordt contant aan de persoon betaald of op een bankrekening gestort. Als de persoon in schuldbemiddeling of collectieve schuldregeling zit, wordt de vergoeding rechtstreeks aan de brandstofleverancier betaald. De betaling vindt binnen vijftien dagen na de toekenning plaats.
Iedereen die bij een OCMW om bijstand heeft gevraagd, kan in beroep gaan tegen de beslissing van het OCMW:
- ofwel is de persoon het niet eens met de genomen beslissing,
- ofwel heeft het OCMW geen beslissing genomen binnen de wettelijke termijn (30 dagen vanaf de datum van de aanvraag).
Het OCMW neemt doorgaans een beslissing binnen een maand na het indienen van de aanvraag (hoewel die termijn kan worden verlengd). De persoon wordt binnen acht dagen na de beslissing per aangetekende brief op de hoogte gebracht van de beslissing van het OCMW.
De persoon die de beslissing van het OCMW betwist, kan beroep aantekenen bij de Arbeidsrechtbank:
- Het beroep moet bij de rechtbank worden ingesteld binnen drie maanden na de kennisgeving van de beslissing door het OCMW.
- De procedure is relatief eenvoudig:
- Ofwel stuurt men een brief naar de griffie van de Arbeidsrechtbank. Die brief moet de volgende informatie bevatten:
- de reden voor de betwisting, m.a.w. waarom men de beslissing van het OCMW aanvecht;
- een kopie van de ontvangstbevestiging van de ingediende aanvraag tot bijstand;
- een kopie van de beslissing van het OCMW.
- Ofwel gaat men persoonlijk naar de Arbeidsrechtbank. Daarbij moet men het volgende kunnen voorleggen:
- een kopie van de ontvangstbevestiging van de ingediende aanvraag tot bijstand;
- een kopie van de beslissing van het OCMW.Alles is aanwezig (formulieren, documenten, enz.) om het beroepschrift ter plaatse in te dienen.
Extra informatie over beroepsprocedures
U kunt deze brochure raadplegen.