Verplichtingen aangaande installaties voor aardgas, elektriciteit en koud water

Mis à jour le : 23/09/2016

Het is belangrijk om te weten dat het geheel van installaties, bekabeling en leidingen vóór de meter de verantwoordelijkheid is van Sibelga.

Alle bekabeling en leidingen van de meter tot in de wooneenheden zijn de verantwoordelijkheid van de eigenaar.

Alle bekabeling en leidingen in de woning zelf zijn de verantwoordelijkheid van de eigenaar; met uitzondering van elke huurschade die kan worden toegeschreven aan de huurder (afsnijden van elektrische kabels, zichtbare schade aan leidingen door gebrek aan onderhoud, enz.).

Log_Responsabilites_locatives_GEE_1_NL

De huurder moet de eigenaar waarschuwen wanneer hij vaststelt dat er herstellingen moeten worden uitgevoerd.

  1. Voor de aardgasinstallatie moet hij:
  • de branders en de kranen onderhouden
  • bij het verlaten van de woning de wachtleidingen afdichten met behulp van gepaste getapte stoppen of kappen.

Voorbeeld:
De huurder heeft een woning gehuurd zonder fornuis en heeft een gasfornuis geïnstalleerd, gebruik makend van de reeds bestaande aardgasleidingen. Bij zijn vertrek neemt hij het gasfornuis mee, maar dan moet hij de wachtleidingen afdichten.

    • de herstellingskosten betalen voor beschadigingen die hij heeft veroorzaakt of waarvoor hij verantwoordelijk is door onaangepast gebruik.
Voorbeeld:
Wanneer een gaspit op een te groot vermogen wordt gezet, zal het aardgas tijdens het branden de muur of de meubelen die zich in de buurt van het fornuis bevinden, zwart blakeren. De herstellingen zijn in dat geval ten laste van de huurder, omdat de schade het gevolg is van een onaangepast gebruik van het toestel. Als er werken moeten worden uitgevoerd, moet de eigenaar worden ingelicht. Deze zal het bedrag van de herstellingen doorrekenen aan de huurder.
  1. Voor de elektrisch installatie moet hij:
  • erop toezien dat de elektrische installatie niet wordt overbelast.
    Hij moet m.a.w. vermijden dat er verschillende stekkerdozen op elkaar worden aangesloten, voorkomen dat de zekeringen springen, enz.
  • kleine toebehoren die versleten zijn, vervangen.
    Het gaat daarbij onder andere om schakelaars, zekeringen, stroomonderbrekers, lampen, kapotte of beschadigde lamphouders, enz.
  • de kosten betalen wanneer hij beslist om een extra elektrisch circuit of een speciaal stopcontact (telefoon, tv) te installeren.
    Deze installaties moeten voldoen aan alle administratieve voorschriften en geldende normen ter zake.

Voorafgaand akkoord van de eigenaar
De huurder mag dergelijke werken pas uitvoeren nadat hij de toestemming en een (bij voorkeur schriftelijk) akkoord van de eigenaar heeft gekregen.

Niet-conforme installatie

Wanneer een of meerdere installaties niet-conform zijn, voorziet de wet van 13 april 1997 (link naar de wetteksten) dat de huurder zich te wenden tot de eigenaar of de zaak aanhangig kan maken bij het vredegerecht,met één van de volgende opties:

  1. ofwel eist hij de uitvoering van de werken die noodzakelijk zijn om het gehuurde goed in regel te brengen;
  2. ofwel vraagt hij de ontbinding van het contract met schadevergoeding en interest.

In afwachting van de uitvoering van de werken kan de rechter een verlaging van de huur opleggen (maar dat is niet noodzakelijk het geval).

Overbruggingen

De “overbrugging” van de elektrische installatie is ten strengste verboden, of het nu gaat om “geknutsel” binnen de woning of om “fraude” met de meters. Bij ongelukken die voortvloeien uit geknoei met het elektrische circuit draagt de huurder de volledige verantwoordelijkheid. Bovendien wordt fraude zeer streng bestraft (boetes, vervolging).

Hoe kan worden voorkomen dat de elektrische installatie wordt overbelast

Overstroom treedt op wanneer er te veel toestellen tegelijk stroom nemen of wanneer een van deze toestellen te veel vermogen verbruikt.

Kortsluiting treedt op wanneer twee tegengestelde polen zonder lading met elkaar in verbinding worden gebracht. Dit resulteert in elektrodynamische spanningen en een sterke verhitting die een brand kan veroorzaken. (dit is bijv. het geval wanneer bij een moderne lamp, opgehangen aan twee dunne parallelle kabels, de kabels toevallig kruisen. In dat geval treedt er een kortsluiting op.).

Via zekeringen en stroomonderbrekers kunnen extreme situaties worden voorkomen doordat de stroom onmiddellijk wordt onderbroken om te voorkomen dat het circuit wordt vernield. Overstroom wordt gewoonlijk veroorzaakt door een foutief gebruik en, minder vaak, door slijtage van de isolatiekousen van de elektrische installatie.

Overstroom en kortsluitingen kunnen worden vermeden door ervoor te zorgen dat de elektrische installatie in orde is en correct gedimensioneerd is. Het kan echter gebeuren dat de bewoners bij het gebruik van hun toestellen iets meer vermogen vragen dan wat initieel was voorzien.

Gewoonlijk doen de grootste problemen zich voor omdat de bestaande elektrische installatie werd gewijzigd (bijv. plaatsing van extra stopcontacten of stekkerdozen).

Voorbeeld:
Iemand heeft een kleine kamer waarbij de elektrische installatie enkel voorzien is op het gebruik van een stopcontact en een plafondlamp. Als die persoon deze kamer als bureau wil gebruiken en er meerdere stopcontacten installeert (televisie, telefoon, computer, elektrische verwarming, enz.) is de bekabeling onvoldoende. Voor het gebruik van al deze toestellen is meer vermogen nodig dan de initiële installatie kan leveren, wat een overstroom zal veroorzaken.

Aanpassing van de installatie (nood aan meer vermogen)
Wanneer voor het gebruik van de installatie meer vermogen nodig is dan aanvankelijk voorzien, bespreekt u dit best met de eigenaar die al dan niet zal instemmen met het uitvoeren van de nodige werken. Er moet namelijk beroep worden gedaan op een professionele elektricien om de dimensionering van de volledige installatie opnieuw te bekijken (vermogen van de meter, doorsnede van de kabels, enz.). Daarna mag ook niet worden vergeten om de volledige installatie te laten controleren door (een) erkende instantie(s).

Advies en basisregels voor gebruik om gevaar te voorkomen

  • zorg dat het schakelbord altijd bereikbaar is
  • houd op het schakelbord een speciale lijn vrij voor de grote huishoudtoestellen (koelkast, oven, enz.)
  • raak blote draden nooit aan
  • vermijd om meerdere stopcontacten (stekkerdozen) op elkaar aan te sluiten en te overbelasten
  • sluit nooit meer dan 3000 Watt (bijv. elektrisch fornuis met ingebouwde oven) aan op een standaard stopcontact
  • plaats elektrische warmtebronnen (verwarming, gasfornuis,…) nooit in de buurt van ontvlambare elementen (gordijnen)
  • Wees extra voorzichtig in vochtigere plaatsen (bijv. badkamer)

Overzichtstabel

Log_Responsabilites_locatives_GEE_2_NL