Water

Het verbruik evalueren

Mis à jour le : 26/09/2016

Het verbruik vergelijken met een referentie

Het kan soms moeilijk zijn om een te hoog of een te laag energieverbruik in een gezin op het spoor te komen. Om te bepalen of het waterverbruik van een gezin redelijk lijkt, is het nuttig om het reële verbruik van dat gezin te vergelijken met het gemiddelde verbruik van een gezin dat in vergelijkbare omstandigheden leeft.

Klik op de afbeelding hiernaast om de praktische fiche over het verbruik te raadplegen. Op basis van de kenmerken van het gezin en van de woning geeft deze fiche een gemiddeld verbruik voor water, aardgas en elektriciteit.Fiche_pratique_conso_reference_NL_2

 

We gaan ervan uit dat een niet-kansarm publiek gemiddeld iets minder dan 120 liter verbruikt (leidingen in de woning in goede staat, moderne toestellen die minder water verbruiken, enz.). We kunnen er ook vanuit gaan dat kansarme gezinnen meestal in oudere woningen leven, waar er mogelijk lekken zijn in de leidingen, waar het kraanwerk in slechte staat is, enz. Als we rekening houden met deze realiteit, kan een verbruik van 120 liter per dag en per persoon worden beschouwd als een normaal, niet overdadig verbruik. Op jaarbasis betekent dat 45.000 liter water per persoon (45 m³). De bovenstaande gegevens zijn louter indicatief.

Als er geen (of slechts een klein) verschil is tussen de m³ water op de factuur en in de bovenstaande tabel, dan is er geen probleem met het verbruik van het betrokken gezin.

Het verschil met het referentieverbruik verklaren

Als er een verschil is, moet u trachten dat te analyseren. Het verschil kan door één of meerdere parameters worden verklaard:

  • de tijdelijke aanwezigheid van één of meerdere bijkomende personen in het gezin tijdens de loop van het jaar.
  • Levensgewoonten die een aanzienlijk waterverbruik met zich meebrengen, zoals het nemen van een bad om zich te wassen (in plaats van een douche).
  • De staat van bepaalde installaties waardoor er lekken ontstaan die zeer duur kunnen zijn.

Wat betreft de twee laatste parameters kunnen er maatregelen worden getroffen om te trachten het verbruik – en dus het gefactureerde bedrag – te verlagen.