Lessen uit de forfaitaire ‘energie’-premies
Bijgewerkt op: 05/08/2025
Op 14 maart 2025 presenteerde de federale Minister van Energie in het federaal parlement op basis van het regeerakkoord zijn beleidsverklaring voor de volgende vier jaar.
Wat betreft de cruciale sociale vraag rond de toegang tot energie voor iedereen wil de minister “een budgetneutrale hervorming van het sociaal energietarief en de tussenkomsten vanuit het Sociaal Verwarmingsfonds [onderzoeken], met als doel te komen tot een transparantere, inkomens- en vermogensgebaseerde, technologieneutrale forfaitaire tussenkomst. (…)”, rekening houdend met “toekomstige prijsstijgingen ten gevolge van bijvoorbeeld ETS2 zodat dat (sic) de federale sociale energiemaatregelen voldoende bescherming blijven bieden”[1]. Dit punt staat in de resolutie betreffende de hervorming van het sociaal tarief voor energie, dat op 24 april 2025 door de federale volksvertegenwoordigers goedgekeurd werd.
Concreet is de kans groot dat het sociaal tarief, een voordeeltarief dat voor het volledige verbruik geldt, vervangen wordt door cheques of een forfaitaire premie. We gaven al meermaals aan dat zo’n hervorming een achteruitgang zou betekenen op het vlak van sociale bescherming[2].
In het kader van de dreiging van deze hervorming en het risico dat de prijzen opnieuw zouden kunnen stijgen, blikken we terug op het systeem van de ‘federale premies’. Dit systeem werd in het leven geroepen als financiële steunmaatregel tijdens de energiecrisis die ontstond na het economisch herstel na de coronacrisis en de Russische invasie in Oekraïne.
Om de gevolgen van de sterk stijgende energieprijzen te verzachten, kwamen er een aantal tijdelijke steunmaatregelen, met onder andere premies voor gas en elektriciteit. Tijd om lessen te trekken uit de kritiek die er op deze maatregelen kwam.
1. Het basispakket en andere premies 2022-2023: overzicht van de maatregelen[3]
Om de energieprijzen betaalbaar te houden, voerden het federaal parlement en de federale regering snel en in verschillende fasen een aantal energiepremies in.
De wet van 30 oktober 2022 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de energiecrisis omvatte een federale premie voor elektriciteit (122 euro) en voor gas (270 euro). Dit ‘basispakket’ werd eenmalig voor eenzelfde bedrag toegekend (eenmalige forfaitaire premie) aan elk huishouden dat op 30 september 2022 een lopend contract had voor gas en/of elektriciteit met vaste of variabele prijs, dat na 30 september 2021 afgesloten of verlengd werd. De premie werd uitbetaald door de leverancier die op 30 september 2022 instond voor de levering van elektriciteit[4].
De wet van 19 december 2022 houdende toekenning van een tweede federale elektriciteits- en gaspremie bevatte een tweede federale premie voor elektriciteit (183 euro) en gas (405 euro) voor januari, februari en maart 2023 (basispakket 2).
Er kwamen ook premies voor pellets in bulk, stookolie en propaan in bulk.
2. Kritiek op de werking van de federale premies
De FOD Economie stond in voor de toekenning van de federale premies. Burgers die problemen ondervonden met deze premies, konden zich dus richten tot de Federale Ombudsman, die bevoegd is voor geschillen met overheidsinstanties (terwijl de federale ombudsdienst voor energie bevoegd is voor geschillen met energieleveranciers).
Zo ontving de Federale Ombudsman in 2023 meer dan 1700 klachten over de bovenstaande energiepremies. Met andere woorden, deze premies waren goed voor een vierde van de ontvankelijke klachten die de Federale Ombudsman in 2023 ontvangen heeft. Dit trekt uiteraard onze aandacht.
De Ombudsman herinnert eraan dat de Algemene Directie Energie van de FOD Economie verantwoordelijk was voor de uitrol van de maatregelen en dus onder grote druk stond. Daar voegt de Ombudsman nog het volgende aan toe: “De FOD Economie deed al het mogelijke, maar verschillende zaken bemoeilijkten de uitvoering van de maatregelen: de complexiteit van de regelgeving, de omvang en de verscheidenheid aan premies, de verschillende manieren om ze aan te vragen en de diverse toekenningsvoorwaarden, de noodzaak meerdere nieuwe ICT-toepassingen en controlemogelijkheden te ontwikkelen, snel bijkomend personeel aan te werven en op te leiden en ook de grote toevloed aan aanvragen.”[5]
Concreet verwijst de Federale Ombudsman naar de volgende elementen als oorzaak voor de vele problemen die de burgers ondervonden:
- “De premies varieerden naargelang de energiebron: gas, elektriciteit, pellets in bulk, huisbrandolie, propaan in bulk;
- De bedragen van de premies verschilden.
- De toekenningsvoorwaarden verschilden.
- Soms gebeurde de toekenning automatisch, soms moest een aanvraag ingediend worden.
- De manier waarop burgers de premie konden aanvragen, verschilde. Voor sommige premies kon dat online, andere moesten per aangetekende brief aangevraagd worden, nog andere via een gewone brief of per mail.”[6]
Het ging om een veelheid aan maatregelen en voorwaarden, het gevolg van een complexe en constant veranderende wetgeving. Hoewel de meeste burgers hun premie correct ontvingen, ondervonden sommigen toch moeilijkheden: sommige personen konden geen aanvraag indienen, bij anderen lukte dat wel maar was het vruchteloos wachten op een beslissing, en nog anderen kregen een weigering zonder duidelijke reden, soms onterecht of met een standaard antwoord.
De Ombudsman wijst er verder op dat de Algemene Directie Energie moeilijk en soms helemaal niet bereikbaar was, waardoor mensen geen antwoord kregen op hun vraag tot informatie.
De conclusie van de Ombudsman is duidelijk: “Goedbedoelde en nuttige maatregelen schoten zo in veel gevallen hun doel voorbij, en heel wat burgers, onder wie vaak de meest kwetsbare, verloren hun vertrouwen in de overheid.”[7]
Voor toekomstige initiatieven is het belangrijk om uit deze zaken lessen te trekken.
3. Is de Raad van State bevoegd bij een geweigerde premie?
Wie als burger een aanvraag voor een forfaitaire premie indient maar als antwoord krijgt dat deze geweigerd wordt, moet weten welke rechtsmiddelen er bestaan om klacht in te dienen.
Op 13 april 2023 weigerde de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie het basispakket voor gas voor november en december 2022 toe te kennen aan een burger[8]. Deze burger stapte zonder advocaat naar de Raad van State om deze weigering aan te vechten. In de loop van de procedure liet hij weten ondertussen het gevraagde basispakket te hebben ontvangen. Daarom besloot de Raad van State bij besluit van 22 februari 2024 dat de eiser tevreden was, dat het beroep overbodig was en dat de FOD de beroepskosten moest terugbetalen[9].
Het belang van deze beslissing schuilt in het feit dat de Raad van State zijn bevoegdheid ter zake niet betwist en bijgevolg het aanspreekpunt vormt voor personen die uitgesloten worden van de bovenvermelde federale premies.
4. De wet op federale gas- en elektriciteitspremies aangevochten voor het Grondwettelijk Hof!
Vzw ‘OKRA, trefpunt 55+’, die de belangen van 55-plussers verdedigt, diende samen met een aantal bewoners van woon-zorgcentra en daaraan verbonden assistentiewoningen een beroep in voor een gedeeltelijke nietigverklaring van de eerder vermelde wetten, namelijk de wet van 19 december 2022 houdende toekenning van een tweede federale elektriciteits- en gaspremie en van een aantal bepalingen van de wet van 30 oktober 2022 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de energiecrisis[10].
In de rest van dit artikel worden zij de ‘eisende partijen’ genoemd: de personen die een aanvraag indienen bij een rechter, die de procedure starten.
De eisende partijen waren eerst en vooral van mening dat huishoudens die hun woning met elektriciteit verwarmen, gediscrimineerd zouden worden ten opzichte van huishoudens die hun woning met gas, stookolie of propaan in bulk verwarmen. De eerste groep zou namelijk enkel een federale elektriciteitspremie ontvangen, terwijl de tweede groep ook recht heeft op een premie voor gas, stookolie of propaan in bulk.
Om deze afwijkende behandeling correct te evalueren, baseert het Grondwettelijk Hof zich op de ruime beoordelingsvrijheid van het federaal parlement (‘de wetgever’) op sociaal-economisch vlak en op de wil om de impact van de stijgende energieprijzen op de facturen van de gezinnen te beperken. In zijn besluit van 20 juni 2024[11] stelt het Hof dat het niet onredelijk is om deze premies te laten afhangen van de gebruikte energiebron, zonder rekening te houden met het werkelijke verbruik van de gezinnen, noch met de doeleinden waarvoor de verbruikte energie wordt gebruikt.
Vervolgens hekelden de eisende partijen de discriminatie ten opzichte van bewoners van woon-zorgcentra en daaraan verbonden assistentiewoningen, omdat zij – anders dan personen met een residentieel elektriciteits- of gascontract – geen aanspraak kunnen maken op de elektriciteits- en gaspremies.
Het Hof wijst er ten eerste op dat de wetgever met de federale elektriciteits- en gasfacturen de bedoeling had om de impact van de energiecrisis op de energiefactuur van de huishoudens te verzachten, en er daarbij voor koos om deze premies toe te kennen via de residentiële elektriciteits- en gasfacturen, met als doel om “de grootst mogelijke groep” te bereiken. Vervolgens is het Hof van mening dat de wetgever er redelijkerwijs van uitging dat deze bewoners van woon-zorgcentra slechts indirect en dus in mindere mate getroffen werden door de hogere energieprijzen dan personen met een residentieel elektriciteits- of gascontract. Bovendien kan niet aangetoond worden dat dit verschil in behandeling tot buitenproportionele effecten leidt voor de bewoners van woon-zorgcentra of assistentiewoningen.
Aangezien de aangevochten maatregel deel uitmaakt van een reeks maatregelen waarmee de wetgever snel probeerde te reageren op de gevolgen van de uitzonderlijke stijging van de energieprijzen, is het Hof van mening dat aangenomen kan worden dat eventuele verschillen in behandeling tussen categorieën van personen gebaseerd zijn op deze zeer dwingende sociaal-economische redenen. Het Hof verwerpt bijgevolg de beroepen tot nietigverklaring en bevestigt het grondwettelijke karakter van de aangevochten bepalingen.
We betreuren evenwel dat het Hof niet concreter rekening gehouden heeft met de situatie van huishoudens die hun woning met elektriciteit verwarmen, wat vier keer duurder is dan gas. Doordat deze personen niet in aanmerking kwamen voor een dubbele forfaitaire premie, bevonden zij zich in een objectief ongunstige situatie. Zeker als huurder hebben deze personen hier weinig controle over.
[1] https://www.dekamer.be/FLWB/PDF/56/0767/56K0767040.pdf, p. 11.
[2] Zie bijvoorbeeld: https://www.socialenergie.be/wp-content/uploads/202404181Avis_TarifSocial_RWADE_FDSS_IGE.pdf.
[3] Deze federale premies kaderen in een breder pakket van federale maatregelen die als doel hebben om de impact van de prijsstijgingen te verzachten: https://www.socialenergie.be/nl/een-update-over-de-toepassing-van-de-federale-steun-en-maatregelen-in-de-strijd-tegen-de-prijsstijgingen/; https://www.socialenergie.be/fr/mesures-federales-cheques-energie-et-tarif-social-elargi-jusquen-mars-2023/. Zie ook onze vorige nieuwsberichten over de federale premies: https://www.socialenergie.be/fr/prime-chauffage-faites-la-demande-avant-le-31-juillet-2023/; https://www.socialenergie.be/nl/basispakket-2-aanvraag-na-de-vastgelegde-termijn-in-uitzonderlijke-gevallen-2/; https://www.socialenergie.be/nl/energiepremie-geweigerd-wat-nu-2/.
[4] Het bedrag van de federale elektriciteitspremie wordt automatisch toegekend aan de begunstigden op de lijst die op grond van artikel 53 lid 1 opgemaakt is, en wordt uiterlijk 1 januari 2023 toegepast op een voorschot- of eindfactuur. Zie: https://economie.fgov.be/nl/nieuws/alles-weten-over-het.
[5] https://www.federaalombudsman.be/sites/default/files/2024-04/Jaarverslag_2023_federale%20ombudsman%20Web.pdf p. 26-27.
[6] Ibidem.
[7] Ibidem, p. 27.
[8] In deze zaak stelde de eiser tijdens een controle vast dat het basisforfait niet automatisch toegekend werd. Om die reden diende hij een elektronische aanvraag in om het geweigerde forfait te verkrijgen.
[9] RvS, arrest van 22 februari 2024, nr. 258.890: https://droitpauvrete.be/wp-content/uploads/2024/07/Arrest-258890-RvS-20240222.pdf.
[10] Het Hof beschrijft het toepassingsgebied van deze federale premies in punten B.1 tot en met B.3 van arrest nr. 65/2024 van 20 juni 2024.
[11] Grondwettelijk Hof arrest nr. 65/2024 van 20 juni 2024, zie https://www.const-court.be/public/n/2024/2024-065n.pdf.