Facturen

De eindafrekening

Bijgewerkt op: 31/07/2025

Wat is dat?

De afrekeningsfactuur (ook wel jaarafrekening of eindafrekening genoemd) is een factuur die één keer per jaar wordt opgesteld, nadat de meterstanden van gas en elektriciteit zijn opgenomen.

Waarvoor dient de eindafrekening?

De afrekeningsfactuur is bedoeld om:

  • het jaarverbruik vast te stellen,
  • het verschil te bepalen tussen de reeds betaalde bedragen (eerdere tussentijdse facturen) en het eigenlijk verschuldigde bedrag op basis van het werkelijke jaarverbruik, en
  • het voorschotbedrag voor het volgende jaar te berekenen.

Elementen waaruit de factuur bestaat

Sinds 1 januari 2022 moeten energieleveranciers facturen opstellen met vereenvoudigde informatie, gepresenteerd volgens een door de wet opgelegde structuur[1].

De informatie moet gestructureerd zijn in vijf verschillende rubrieken:

  1. rubriek A – ‘essentiële contractinformatie’
  2. rubriek B – ‘wat, wanneer en hoe moet ik betalen of krijg ik terug?’
  3. rubriek C – ‘ik heb een vraag’
  4. rubriek D – ‘contract vergelijken en overstappen’
  5. rubriek E – ‘energieverbruik beheren’

Gegevens die verplicht op de factuur moeten staan:

  • de identificatie van de klant;
  • het klantnummer;
  • het leveringsadres;
  • de aanduiding dat het om een afrekenings- of slotfactuur gaat, indien van toepassing;
  • de naam en het adres van de leverancier;
  • het verbruik tijdens de facturatieperiode, per energiedrager;
  • de precieze benaming van het lopende product of de dienst, met de vermelding of het een variabele, vaste, dan wel een dynamische prijs betreft;
  • de duurtijd van de lopende overeenkomst en de einddatum indien van toepassing;
  • de wisselcode of unieke identificatiecode van de eindklant voor het leveringspunt;
  • informatie over de mogelijkheid en de voordelen van het veranderen van leverancier of product, met indien van toepassing link een verwijzing naar het vergelijkingsinstrument van de commissie;
  • informatie over de rechten van de eindafnemers inzake buitengerechtelijke geschillenbeslechting en de contactgegevens van de Ombudsdienst voor Energie;
  • de hyperlink naar het officiële vergelijkingsinstrument van de bevoegde gewestelijke regulator, indien van toepassing;
  • de contactgegevens van de leverancier;
  • een vergelijking van het huidige elektriciteitsverbruik of aardgasverbruik van de eindafnemer met het verbruik van dezelfde eindafnemer over dezelfde periode van het voorgaande jaar, in grafiekvorm, indien van toepassing;
  • de begin- en einddatum van de facturatieperiode;
  • desgevallend dat het sociaal tarief werd toegepast met de melding van de periode waarin het werd toegepast;
  • voor klanten die geen contract hebben op basis van een dynamische prijs, de eenheidsprijs of eenheidsprijzen;
  • het rekeningnummer waarop moet worden betaald of waarop zal worden teruggestort, de gestructureerde mededeling die moet worden vermeld bij betaling of de aanduiding dat de betaling via domiciliëring gebeurt;
  • indien van toepassing, de vermelding van herinnerings- of administratiekosten bij laattijdig betalen van de betreffende factuur;
  • het bedrag van het nieuwe voorschot en de volgende datum vanaf wanneer dit wordt aangerekend, indien van toepassing;
  • de naam en het telefoonnummer van de distributienetbeheerder die de consument kan bellen bij stroomstoring;
  • de opzegtermijn en de vermelding dat geen verbrekingsvergoeding verschuldigd is.

Indien de huishoudelijke afnemers niet beschikken over een meter die op afstand kan worden uitgelezen of indien zij er uit eigen beweging voor hebben gekozen om de uitlezing op afstand te deactiveren, vermelden de afrekeningsfactuur en de slotfactuur tevens de volgende bijkomende elementen:
1° meterstand aan het begin van de periode en de opnamedatum;
2° meterstand aan het einde van de periode en de opnamedatum;
3° vermelding of dit het daadwerkelijk of geschatte verbruik betreft.

Voor klanten in Brussel moeten het beschermingssysteem en de contactgegevens van Infor GasElek op elke factuur staan[2].

[1] Koninklijk besluit van 9 december 2021 tot bepaling van de minimumvereisten waaraan de facturen en factureringsinformatie voor gas en elektriciteit moeten voldoen https://www.ejustice.just.fgov.be/eli/besluit/2021/12/09/2021022724/justel#inhoud

[2] Art. 25quattuordecies van de Ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&type=&sort=&numac_search=&cn_search=2001071901#Art.25duodecies

Hoe wordt ze berekend: reële of geraamde meterstanden?

Door de jaarlijkse opname van de meterstanden kunnen leveranciers het exacte jaarverbruik van hun klanten bepalen en factureren. Daarbij wordt de meterstand aan het begin van de periode afgetrokken van de meterstand aan het einde van de periode.

1. De meterstand is werkelijk bepaald

De meter wordt uitgelezen door Sibelga. Dat gebeurt elk jaar op een specifiek tijdstip, dat per gemeente kan verschillen. Klik hier voor meer informatie over deze periodes. Als de technicus niet bij de meters kan, ontvangt de klant een brief met alle nodige informatie om zelf de meterstanden door te geven.

Sibelga valideert het verbruik en stuurt de meterstanden door naar de leverancier, die op basis daarvan een afrekeningsfactuur opstelt.

De meterstanden opnemen en vergelijken
Raad je klanten indien mogelijk aan om bij ontvangst van de afrekeningsfactuur meteen hun meterstanden te noteren en te vergelijken met de meterstanden op de factuur. Als er duidelijk sprake is van een fout, moeten de werkelijke meterstanden zo snel mogelijk aan de leverancier worden meegedeeld. Een correctie van de meetgegevens en de daaruit voortvloeiende facturatie kan betrekking hebben op de twee jaar voorafgaand aan de laatste meteropname (of verder terug in bepaalde gevallen). Na ontvangst van de gecorrigeerde afrekeningsfactuur is het raadzaam om na te kijken of het voorschotbedrag van de volgende tussentijdse facturen ook is aangepast.

2. Geraamde meterstanden

1. In welke gevallen worden de meterstanden geraamd?

Meterstanden niet doorgegeven
Als de klant de meterstanden niet doorgeeft, worden ze geschat.

vraag om binnen 15 dagen de meterstanden door te geven. In de praktijk kan men de meterstanden doorgeven tot de 20e van de maand na de brief. Na deze periode maakt SIBELGA een schatting op basis van de verbruikshistoriek van het leveringspunt.

Geschatte meterstanden komen de facto niet exact overeen met het werkelijke verbruik. Sibelga gebruikt voor deze schatting de laatst gekende meterstanden voor het leveringspunt. Om de informatie te kunnen valideren, moet Sibelga twee meterstanden hebben die minstens 200 dagen uit elkaar liggen. Op basis daarvan wordt het jaarlijkse verbruik geëxtrapoleerd. Sibelga kan indien nodig meerdere jaren teruggaan om twee meterstanden te vinden die ver genoeg uit elkaar liggen. Daarbij kan het gebeuren dat Sibelga het verbruik van een vorige bewoner van het adres als referentie neemt.

Sibelga deelt de schatting mee aan de leverancier, die op basis daarvan de factuur opstelt.

Uitzondering
Het is belangrijk om de meterstanden te controleren na ontvangst van de factuur. Het is mogelijk om contact op te nemen met de leverancier of Sibelga om na te vragen of het gaat om geschatte meterstanden. Zo ja, dan moet de leverancier altijd de gelegenheid bieden om het geschatte verbruik te herzien.

2. Wat zijn de mogelijke gevolgen van een schatting?

Een slechte schatting is nooit in het voordeel van de klant, of het nu een te lage of te hoge schatting is:

  • Ofwel betaalt men te veel en ziet men dat geld pas terug bij de volgende afrekeningsfactuur gebaseerd op de werkelijke meterstanden.
  • Ofwel betaalt men te weinig en moet men plots bijbetalen op de volgende afrekeningsfactuur gebaseerd op de werkelijke meterstanden.

3. In een notendop

In geval van onderschatting van het verbruik:

  1. Het maandelijks gefactureerde bedrag wordt onderschat.
  2. Tenzij het verbruik verlaagt, zullen de voorschotten voor het volgende jaar worden onderschat: ze zullen te laag zijn om het werkelijke verbruik te dekken.
  3. Op de volgende jaarlijkse factuur op basis van de werkelijke meterstanden:
    • zal een extra te betalen bedrag staan (hoe zwaarder het verbruik werd onderschat, des te hoger dat bedrag zal zijn), en
    • zal het voorschotbedrag voor het volgende jaar hoger zijn.

In geval van overschatting van het verbruik:

  1. Het maandelijks gefactureerde bedrag wordt overschat.
  2. Tenzij het verbruik verhoogt, zullen de voorschotten voor het volgende jaar worden overschat: ze zullen te hoog zijn ten opzichte van het werkelijke verbruik.
  3. Op de volgende jaarlijkse factuur op basis van de werkelijke meterstanden:
    • zal het overschot in mindering worden gebracht (hoe zwaarder het verbruik werd overschat, des te hoger dat bedrag zal zijn), en
    • zal het voorschotbedrag voor het volgende jaar lager zijn.

Beschouwde periode: ongeveer één jaar

In principe wordt de afrekeningsfactuur opgemaakt voor een verbruiksperiode van één jaar. In sommige gevallen kan de afrekeningsfactuur echter betrekking hebben op een periode van meer of minder dan een jaar.

1. De afrekeningsfactuur heeft betrekking op meer dan één jaar

Dat kan het geval zijn bij de facturatie voor een vorig jaar waarin het verbruik werd beoordeeld op basis van geschatte meterstanden.

Sommige leveranciers aanvaarden flexibele afbetalingsplannen om deze factuur te betalen.

In dat geval is het raadzaam om het jaarverbruik te schatten om een redelijk voorschotbedrag voor het volgende jaar voor te stellen aan de leverancier.

2. De afrekeningsfactuur heeft betrekking op minder dan één jaar

– In welke gevallen gebeurt dit?

Deze situatie kan zich voordoen na een overgang:

  • De klant verhuist.
  • De klant verandert van leverancier of sluit een nieuw contract af.
  • De klant verkrijgt het statuut van beschermde klant. In dat geval wordt de afrekeningsfactuur opgesteld door Sibelga, de leverancier van beschermde klanten.

De afrekeningsfactuur dekt dan de periode tussen de ‘overgangsgebeurtenis’ en het moment waarop de jaarlijkse factuur wordt verzonden.

Bijvoorbeeld: stel dat het referentiejaar voor de afrekeningsfactuur loopt van 1 april tot 31 maart en dat een nieuwe bewoner intrekt in de woning op 1 oktober. Dan zal die na 6 maanden effectief gebruik van het leveringspunt al de eerste afrekeningsfactuur ontvangen. Die factuur dekt dan slechts een periode van 6 maanden.

Op het moment van de ‘overgangsgebeurtenis’ ontvangt de persoon ook een factuur, de zogenaamde slotfactuur.

– Wat zijn de mogelijke gevolgen?

  • Als deze periode hoofdzakelijk de winter omvat
    Het maandelijkse voorschot komt overeen met een jaargemiddelde en is identiek voor de winter en de zomer. Het energieverbruik ligt altijd hoger in de winter (voornamelijk doordat de verwarming dan aan staat). De betaalde voorschotten kunnen dus ontoereikend zijn om het werkelijke verbruik te dekken. Op de afrekeningsfactuur zal dan ook een toeslag staan voor het verschil tussen het (te lage) betaalde bedrag via de voorschotfacturen en de kosten van het werkelijke verbruik.
  • Als deze periode hoofdzakelijk de zomer omvat
    Het maandelijkse voorschot komt overeen met een jaargemiddelde en is identiek voor de winter en de zomer. Het energieverbruik ligt altijd lager in de zomer (voornamelijk doordat de verwarming dan uit staat). De betaalde voorschotten kunnen dus te hoog zijn ten opzichte van het werkelijke verbruik. Op de afrekeningsfactuur zal het verschil tussen het (te hoge) betaalde bedrag via de voorschotfacturen en de kosten van het werkelijke verbruik dan ook in mindering worden gebracht.

3. Mogelijke redenen voor een hoge afrekeningsfactuur

Een hoog bedrag kan door een aantal factoren worden verklaard:

  • een toename van het energieverbruik door de gebruiker;
  • een stijging van de energieprijs (op voorwaarde dat de leverancier het wettelijke kader naleeft, met name de verplichting om klanten vooraf te informeren);
  • slecht geschatte meterstanden.