Facturen

De tussentijdse factuur (voorschotfactuur)

Mis à jour le : 08/10/2024

Wat is een tussentijdse factuur?

Tussentijdse facturen (ook bekend als voorschotfacturen) maken het mogelijk om het jaarlijkse verbruik gespreid te betalen. 

Het bedrag van de tussentijdse facturen (het voorschot) wordt elk jaar opnieuw berekend. Het nieuwe voorschot wordt aangekondigd op de afrekeningsfactuur van het voorbije jaar. 

Deze facturen zijn meestal maandelijks, maar kunnen ook tweemaandelijks of driemaandelijks zijn.  

De berekeningsmethode staat gewoonlijk gedetailleerd beschreven in de algemene voorwaarden van het energiecontract. 

Wat is een voorschot?

Het voorschot is het bedrag dat (doorgaans) maandelijks door de leverancier in rekening wordt gebracht voor het energieverbruik. Dit bedrag wordt berekend op basis van het geschatte jaarlijkse verbruik op het leveringspunt of op basis van het verbruik het jaar voordien.

Voor klanten in Brussel moeten het beschermingssysteem en de contactgegevens van Infor GasElek op elke factuur staan[1].

De betaalde bedragen worden afgetrokken van het bedrag dat de klant verschuldigd is voor het jaarverbruik op de afrekeningsfactuur. Deze afrekening moet minstens één keer per jaar gebeuren.

[1] Art. 25quattuordecies van de Ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&type=&sort=&numac_search=&cn_search=2001071901#Art.25duodecies

Berekening van het voorschotbedrag

Elk jaar stuurt Sibelga een schatting van het verbruik voor het komende jaar naar de leveranciers. Als Sibelga over werkelijke meterstanden beschikt, wordt die informatie gebruikt voor de schatting.

Bij gebrek aan werkelijke meterstanden gebruikt Sibelga geschatte meterstanden.

De leveranciers gebruiken deze informatie om het voorschotbedrag te berekenen.

Daarvoor wordt de volgende formule gehanteerd:

  • het geschatte verbruik voor het komende jaar uitgedrukt in kWh
  • vermenigvuldigd met de energieprijs, afhankelijk van het gekozen contract en de ramingen
  • gedeeld door 12 om tot een maandelijks bedrag te komen

Het maandelijkse bedrag komt dus overeen met een twaalfde van het geschatte jaarverbruik. De voorschotten komen uiteraard niet precies overeen met het werkelijke verbruik. De klant betaalt elke maand hetzelfde bedrag, ook al ligt het verbruik in de winter allicht hoger dan in de zomer.

Het voorschotbedrag wordt elk jaar herzien aan de hand van deze formule.

Hoe wordt het jaarlijkse verbruik geraamd voor de berekening van de voorschotten?

De referentie voor de berekening van de voorschotten, is het (werkelijke of geraamde) jaarlijkse verbruik van het leveringspunt.

Er zijn verschillende situaties mogelijk:

  • De klant gebruikt het leveringspunt tijdens het volledige jaar dat verloopt tussen twee eindafrekeningen.In dat geval komt het jaarlijkse verbruik voor het leveringspunt overeen met het effectieve verbruik van de klant. Dit is ten minste het geval als Sibelga aan de leverancier een prognose van het verbruik voor het komende jaar overmaakt, berekend op basis van reële meterstanden. Als de meterstanden echter niet konden worden opgenomen en de klant zijn standen niet heeft doorgegeven, zal de prognose worden gemaakt op basis van zogenaamde geraamde meterstanden. Aangezien deze raming minder precies is, bestaat het risico dat de voorschotten hoger of lager worden ingeschat dan het reële verbruik van de klant. Als iemand een nieuw contract afsluit maar in dezelfde woning blijft, zal de nieuwe leverancier het geraamde jaarlijkse verbruik bepalen op basis van de verbruikshistoriek van deze woning. Dit zal dan de facto overeenstemmen met het verbruik van de betrokkene. Deze informatie wordt ook door Sibelga overgemaakt aan de leverancier.
  • De klant gebruikt het leveringspunt slechts enkele maanden tijdens het jaar dat verloopt tussen twee eindafrekeningen (in geval van een verhuis).In dit geval moet men bijzonder waakzaam zijn voor het risico op voorschotten die te hoog of te laag worden geraamd in vergelijking met het effectieve verbruik van de klant. In feite zal de nieuwe gebruiker van het leveringspunt tot aan de volgende eindafrekening gevraagd worden om een voorschotbedrag te betalen dat is gebaseerd op het verbruik van de vorige bewoners. De leverancier bepaalt het geraamde jaarlijkse verbruik op basis van de verbruikshistoriek van de nieuwe woning (leveringspunt). Deze informatie wordt door Sibelga overgemaakt aan de leverancier. We willen erop wijzen dat bepaalde leveranciers de voorschotten op hun eigen manier bepalen. Ook in dit geval moet men goed nagaan of het gevraagde bedrag en het veronderstelde verbruik van de nieuwe bewoner op elkaar zijn afgestemd.
  • Sibelga beschikt niet over een historiek voor het leveringspunt.Wanneer er geen historiek is voor het leveringspunt (bijv. installatie van nieuwe meters) of de informatie niet bruikbaar is (bijv. geen twee opeenvolgende meterstanden met een tussenperiode van 200 dagen), raamt Sibelga het verbruik op basis van de gemiddelde verbruikscijfers voor Brussel.

Gevolgen van een aanpassing van het voorschotbedrag

  • Als het geraamde voorschot te laag is voor het reële verbruik
    dan zal de klant bij de eindafrekening een aanzienlijk bedrag moeten bijbetalen.
  • Als het geraamde voorschot te hoog is
    zal dit onnodig wegen op het maandelijkse budget van het gezin, aangezien de klant elke maand een bedrag betaalt dat te hoog is voor zijn reële verbruik. Hij zal dan moeten wachten tot de jaarlijkse eindafrekening alvorens het te veel betaalde bedrag zal worden teruggestort.

Vraag tot aanpassing van het voorschotbedrag?

De klant kan aan zijn leverancier vragen om het bedrag van de tussentijdse facturen te verhogen of te verlagen.

    • het verbruik in zijn voormalige woning
    • zijn eigen raming
    • een aan de leverancier gevraagde raming in functie van zijn gezinssamenstelling en zijn installatiesVoor iemand die verhuist naar een nieuwe woningEen klant die verhuist naar een nieuwe woning en van oordeel is dat de voorschotten die hij moet betalen te hoog of te laag zijn voor zijn reële verbruik, kan contact opnemen met zijn leverancier om een nieuwe berekening van de voorschotten te verkrijgen, op basis van;

Het staat de leverancier vrij om dit verzoek te accepteren, te weigeren of aan te passen.
In geval van weigering is de leverancier een verantwoording van de berekeningswijze verschuldigd aan de klant. Deze verantwoording kan alleen betrekking hebben op het veronderstelde verbruik van een huishoudelijke afnemer.
De leverancier kan ook een verhoging van het voorschotbedrag opleggen. Klanten die het hier niet mee eens zijn, hebben 15 dagen de tijd om bezwaar aan te tekenen[1].

[1] Wet van 28 februari 2022 houdende diverse bepalingen inzake energie https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body.pl?language=nl&caller=summary&pub_date=22-03-08&numac=2022040472

  1. Wanneer het geen verhuis betreft
    Ook wanneer het geen verhuis betreft, kan het interessant en gerechtvaardigd zijn om een aanpassing van het voorschotbedrag te vragen:

    • ofwel wanneer er het verbruik aanzienlijk wijzigt
      • door een verandering in de gezinssamenstelling.
      • ofwel bij een ingrijpende aanpassing van de installaties (bijv. de vervanging van een elektrisch verwarmingssysteem door een gasketel).
    • ofwel wanneer de voorschotten “slecht” werden berekend: op basis van geraamde meterstanden of voor een facturatieperiode korter dan één jaar of langer dan één jaar.
  2. In andere gevallen is een dergelijke aanpassing niet gerechtvaardigd en niet aan te raden. De aanpassing van het voorschotbedrag mag niet worden beschouwd als een middel om de lasten van consument te verlichten: al het verbruik moet worden betaald en het verschil zal worden geregeld via de eindafrekening. Het is dus aan te raden om voorzichtig te zijn bij het vragen van een aanpassing.

Opgelet bij aanpassing van het voorschotbedrag
Een herziening van de voorschotten kan nadelig zijn wanneer later een afbetalingsplan wordt gevraagd. Als het bedrag van de tussentijdse facturen (te sterk) werd verlaagd op vraag van de klant, zal de leverancier niet gemakkelijk een afbetalingsplan toekennen op het moment van de eindafrekening.