Normen aangaande energie
Mis à jour le : 23/09/2016
De normen die werden vastgelegd in het koninklijk besluit van 8 juli 1997 en de wet van 25 april 2007, en in de Brusselse Huisvestingscode hebben in hoofdzaak betrekking op vereisten inzake veiligheid, gezondheid, bewoonbaarheid1 en apparatuur. Het gaat daarbij om installaties en apparatuur die verplicht aanwezig moeten zijn in de woning, waaronder …
1 Veiligheid:
- aardgas-, elektriciteit- en waterinstallaties,
- installaties voor verwarming en sanitair warm water,
- normen aangaande de configuratie van de woning: isolatie, stabiliteit en minimale oppervlakken.
2 Gezondheid:
- normen inzake vocht en ventilatie,
- parasieten,
- afvoer van afvalwater en rioleringen.
3 Apparatuur:
- meters,
- toestellen van de aardgas-, elektriciteit- en waterinstallaties,
- sanitaire apparatuur en kooktoestellen.
De verschillende installaties moeten zelf beantwoorden aan specifieke technische voorschriften of “normen” bepaald door:
- de FOD Economie
- het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB)
- het Bureau voor Normalisatie (NBN), de nationale instelling die verantwoordelijk is voor het realiseren en publiceren van normen in België.
Deze installaties moeten eveneens met min of meer regelmatige tussenpozen worden gecontroleerd door professionele technici.
[1] Term uit het KB van 8 juli 1997 die de minimale voorwaarden vastlegt waaraan een onroerend goed dat als hoofdverblijfplaats wordt verhuurd, moet voldoen om te beantwoorden aan de elementaire vereisten inzake veiligheid, gezondheid en bewoonbaarheid.