Het contract opzeggen

Mis à jour le : 22/09/2016

Conform de federale wetgeving1 heeft iedereen het recht om op gelijk welk moment zijn contract te beëindigen zonder daarvoor een verbrekingsvergoeding te moeten betalen. De leveranciers zijn verplicht om de details van deze beëindiging zodanig te regelen dat ze de klant niet benadelen.

Er zijn drie mogelijke gevallen:

  1. ofwel vraagt de betrokken persoon de ontbinding in het kader van een contractwijziging
    In dit geval moet hij of zij enkel een nieuw contract afsluiten. De nieuwe leverancier zorgt voor de beëindiging van het lopende contract, in naam en voor rekening van de klant.Het nieuwe contract zal pas één maand na beëindiging van het lopende contract van kracht worden. Dit noemt men de opzegtermijn.  Meer informatie over dit geval vindt u hier.
  2. Ofwel vraagt de betrokken persoon de ontbinding zonder dat hij een nieuw contract nodig heeft
    Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de betrokkene verhuist binnen het Brusselse gewest en bij iemand gaat inwonen die al een contract heeft.In dat geval moet hij of zij de leverancier direct op de hoogte brengen van zijn voornemen om het contract te beëindigen. De beëindiging zal pas na een periode van één maand van kracht worden, wat overeenstemt met de opzegtermijn.Het is aanbevolen om dit schriftelijk te doen (post of e-mail).
  3. Ofwel verhuist de betrokken persoon en gaat daarbij weg uit het Brusselse gewest
    In dat geval moet hij of zij de leverancier direct op de hoogte brengen van zijn voornemen om het contract te beëindigen. De beëindiging wordt van kracht op de datum van de verhuis.. Het is aanbevolen om dit schriftelijk te doen (post of e-mail). De betrokkene zal dan zelf een nieuwe energieleverancier moeten vinden in het gewest naar waar hij verhuist, uitzonderingen daargelaten (kosten elektriciteit/aardgas inbegrepen in de huur, inwonen bij iemand die reeds een contract heeft, enz.).

[1] Art. 18 § 2/3 W. van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt ; Art 15/5 bis §11/3 W. van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen.