Verjaring van energie schuld

Mis à jour le : 16/09/2016

De aardgas- en elektriciteitschuld vervalt na een termijn van 5 jaar¹. Dit betekent dat de leverancier of de beheerder van het gebouw in principe niet het recht hebben om de betaling te eisen van aardgas- en elektriciteitschulden die meer dan 5 jaar oud zijn.

Deze termijn van 5 jaar kan worden onderbroken of opgeschort om diverse redenen, die hieronder worden toegelicht. Schulden die meer dan 5 jaar oud zijn, zijn dus niet automatisch verjaard.

Onderbreking van de verjaringstermijn: de teller wordt weer op nul gezet

De termijn wordt onderbroken en de teller wordt weer op nul gezet, als een van de volgende situaties zich voordoet:

De persoon die een uitstaande schuld heeft²:

    • ondertekent een schulderkenning, of
    • vraagt een of meerdere betalingstermijnen, of
    • betaalt een gedeelte van de schuld

De schuldeiser (in ons geval de leverancier of de beheerder van het gebouw) schakelt een gerechtsdeurwaarder in om:3

    • een dagvaarding te versturen, of
    • een bevelschrift tot betaling te versturen, of
    • over te gaan tot een beslaglegging

In al deze gevallen gaat er een nieuwe verjaringstermijn van 5 jaar in, bijvoorbeeld op de datum waarop de schulderkenning wordt ondertekend, een deel van de schuld wordt betaald, de dagvaarding wordt bezorgd,…

Bij een gewone ingebrekestelling van de klant door de leverancier (via een aangetekend schrijven) daarentegen, zal de verjaring niet worden onderbroken.

Opschorting van de verjaringstermijn: om tot een minnelijke schikking te komen?

Sinds juli 20134 kan een ingebrekestelling die door een advocaat of een gerechtsdeurwaarder wordt verstuurd, de verjaringstermijn tijdelijk opschorten.

Deze aanpak kan in het voordeel zijn van een gebruiker met een schuld, om dat een dergelijke ingebrekestelling hem kan wakker schudden om te betalen. Op die manier ontkomt hij ook aan de procedurekosten die gepaard gaan met een dagvaarding waar “ongeduldige” leveranciers of beheerders van gebouwen die snel hun geld willen, zich van bij het begin op hadden kunnen beroepen.

De ingebrekestelling moet aan meerdere voorwaarden voldoen5 :

  • De ingebrekestelling moet aangetekend worden verstuurd naar de verblijfplaats van de gebruiker;
  • De brief moet de volgende vermeldingen bevatten:
    • de gegevens van de schuldeiser
    • de gegevens van de debiteur (degene die de schuld moet betalen)
    • de omschrijving van de oorsprong van de schuld
    • de gedetailleerde afrekening (hoofdsom, kosten en interesten)
    • de termijn waarbinnen moet worden betaald alvorens wordt overgegaan tot de volgende stap in de schuldinning
    • de mogelijkheid van een juridische procedure
    • het feit dat de ingebrekestelling de verjaring van de schuld onderbreekt
    • de ondertekening van de auteur van de ingebrekestelling (advocaat, gerechtsdeurwaarder, afgevaardigde van de syndicus)

Bij de verzending van deze ingebrekestelling gaat een nieuwe termijn van één jaar in. De verjaringstermijn kan slechts één keer worden opgeschort. Als de duur van de initiële verjaring nog steeds niet is bereikt op het einde van deze termijn van één jaar, dan gaat de verjaringstermijn verder op het moment waarop hij werd onderbroken.

Voorbeeld: “als u na 2 jaar een ingebrekestelling ontvangt van de advocaat van uw leverancier, dan wordt de verjaringstermijn onderbroken. Er begint dan een nieuwe termijn van één jaar te lopen. Als deze termijn van één jaar afloopt, kan uw leverancier nog gedurende 3 jaar de betaling van zijn factuur eisen aangezien de initiële verjaaringstermijn (5 jaar) niet volledig was verstreken toen u de ingebrekestelling ontving”6.

Wanneer de resterende verjaringstermijn minder dan één jaar bedraagt op het moment waarop de ingebrekestelling wordt verstuurd, dan is de duur van de opschorting gelijk aan die van de resterende verjaringstermijn.

In realiteit is de verjaringstermijn van de energieschulden waarschijnlijk vaak gelijk aan 6 zes jaar. Eigenlijk moet er frequent gebruik worden gemaakt van deze opschorting, omdat die zowel gunstig is voor de leverancier die zich er zo van verzekert dat hij zijn schuld kan recupereren, als voor de gebruiker die op deze manier geen kosten voor een juridische procedure moet betalen.

Bron: Droits Quotidiens

[1] Art. 2277, Burg. Wetb.
[2] Art. 2248, Burg. Wetb.
[3] Art. 2244 en 2246, Burg. Wetb.
[4] Wet van 23 mei 2013 tot wijziging van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek teneinde aan de ingebrekestellingsbrief van de advocaat, van de gerechtsdeurwaarder of van de persoon die krachtens artikel 728, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek in rechte mag verschijnen, een verjaringsstuitende werking te verlenen
[5] Art. 2244 en 2246, Burg. Wetb.