Normen aangaande installaties voor verwarming en productie van SWW

Mis à jour le : 02/09/2016

De Huisvestingscode stipuleert dat de woning moet beschikken over een verwarmingsinstallatie en een systeem waarmee warm water kan worden geproduceerd, conform de geldende normen.

1. De verwarmingsinstallatie
  1. De woning moet beschikken over een (individuele of gemeenschappelijke) verwarmingsinstallatie met een vermogen dat voldoende groot is om de woning tot een geschikte temperatuur te verwarmen. Er bestaat evenwel geen enkele officiële norm ter zake.

Reële temperatuur en gevoelstemperatuur
De reële temperatuur is niet altijd dezelfde als de temperatuur die de aanwezige personen voelen. Zo kan een slecht geïsoleerde woning, waar vocht en tocht vaak vrij spel hebben, de gevoelstemperatuur beïnvloeden. De geschikte temperatuur hangt dus sterk af van de temperatuur die de aanwezigen voelen; vandaar dat het moeilijk is om een norm ter zake te geven. Verder moet worden opgemerkt dat het belangrijk is om de woning toch een minimum te verwarmen: een woning die niet of te weinig verwarmd wordt, wordt zeer vochtig waardoor er sneller schade optreedt.

  1. De woonruimten, met uitzondering van de slaapkamers, moeten beschikken over:
    • ofwel radiatoren die zijn aangesloten op een centrale verwarmingsinstallatie
    • ofwel vaste verwarmingstoestellen (bijv. convectoren)
    • ofwel de volledige installatie die nodig is om vaste verwarmingstoestellen te plaatsen (een aardgastoevoer en een systeem voor afvoer van verbrande gassen OF een elektriciteitstoevoer met een voldoende groot vermogen)
  1. De verwarmingsinstallaties en -ketels moeten wettelijk regelmatig worden onderhouden door een erkend technicus.
    • Voor stookolie-installaties en ketels (hout of steenkool):
      De wet voorziet in een verplicht onderhoud dat jaarlijks dient te gebeuren en moet worden gestaafd met een onderhoudscertificaat. Ook de schoorsteen en andere rookafvoerleidingen moeten jaarlijks worden gecontroleerd (om het risico op brand en schoorsteenbrand te voorkomen), wat moet worden gestaafd met een certificaat (of bij gebrek daaraan, een factuur).
    • Voor aardgasinstallaties en -ketels:
      De wet voorziet niet in enig onderhoud. Toch is het aanbevolen om één keer om de drie jaar alles te laten onderhouden. Dit onderhoud moet eveneens het nazicht van de leidingen voor de afvoer van het aardgas omvatten.

Verschillende bepalingen in het huurcontract
Als het huurcontract voorziet in een meer regelmatig onderhoud dan wat voorzien is in de wet, schikt men zich best naar wat werd overeengekomen in het contract. Door het huurcontract te ondertekenen, verbindt de huurder zich er namelijk toe om de erin vastgelegde bepalingen na te leven. Als het huurcontract echter voorziet in een minder regelmatig onderhoud dan bepaald in de wet, moet de wet worden gevolgd. Het is dus niet mogelijk om af te wijken van de periodiciteit voor het onderhoud die is voorzien in de wet.

  1. De nieuwe normen van de EPB-wetgeving.

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bepaalt de EPB-wetgeving dat eigenaars van verwarmingsketels van meer dan 20kW, hun ketel periodiek moeten laten nazien. Dit periodieke nazicht komt bovenop het onderhoud. Het is dus een aanvulling en geen vervanging.

2. De installatie voor sanitair warm water

  1. De woning moet beschikken over een punt voor toevoer van sanitair warm water binnen de gehuurde wooneenheid. Dit toevoerpunt moet in verbinding staan met een gootsteen (of een wastafel, een douche of een bad), voorzien van een sifon en aangesloten op een systeem voor afvoer van afvalwater.
  1. Het systeem voor de productie van sanitair warm water moet bestaan uit:
    • ofwel een gemeenschappelijke boiler of verwarmingsketel;
    • ofwel alle elementen die nodig zijn voor de plaatsing van een systeem voor de productie van warm water (aardgastoevoer, systeem voor afvoer van verbrande gassen, elektrische voeding met een voldoende hoog vermogen, leidingen voor de toevoer van koud water en voor de verdeling van warm water).
  1. Het koninklijk besluit van 8 juli 1997 bepaalt dat er in badkamers verplicht een verluchtingspunt en een systeem voor afvoer van verbrande gassen naar buiten toe, moet zijn.
  1. Toestellen voor de productie van sanitair warm water (geiser, badboiler, enz.) moeten jaarlijks worden onderhouden.

Alle toestellen voor de productie van warm water worden geacht in goed werkende staat aan de huurder te worden overgedragen. Deze toestellen moeten regelmatig worden onderhouden (ontkalking van de boiler, ontluchting van de radiatoren, enz.). Het huurcontract bepaalt eveneens de periodiciteit voor het onderhoud en de partij die hiervoor verantwoordelijk is (eigenaar of huurder). Wordt dit niet bepaald, dan is een jaarlijks onderhoud vereist.

Regeling van de temperatuur van de boiler
Het is aanbevolen om de temperatuur van de boiler in te stellen tussen 55 en 60°C. Een te lage temperatuur verhoogt namelijk het risico op legionellose (ontwikkeling van bacteriën en microben in het water), terwijl een te hoge temperatuur kalkaanslag in de hand werkt.

Verwarmingsinstallaties en systemen voor de productie van sanitair warm water moeten beantwoorden aan de geldende specifieke technische normen en in goede staat worden gehouden om te garanderen dat ze goed blijven werken (dit betreft zowel het onderhoud in de woning zelf als in de gemeenschappelijke delen en de directe omgeving).

EPB-wetgeving: verwarmingsketels met een vermogen van meer dan 20kW

Sinds 1 januari 2011 is elke eigenaar van een verwarmingsketel van meer dan 20kW verplicht om zijn installatie periodiek te laten controleren en de nieuwe eisen inzake verbrandingsrendement, trek, enz. te respecteren.

Deze nieuwe maatregel vloeit voort uit de EPB-wetgeving en heeft tot doel om de impact van verwarming op het milieu tot een minimum te beperken. De implementatie van deze nieuwe reglementering op de verwarming kan een geraamde vermindering van 6,10 % van de directe uitstoot (CO2) gelinkt aan de activiteit van gebouwen, en 3,79 % van de indirecte uitstoot opleveren.

Bovendien kan een periodiek onderhoud van de verwarmingsinstallatie de verliezen met 5 tot 10% verminderen en dus ook de kosten van de energiefactuur drukken.

De EPB-reglementering voorziet in de volgende nieuwe vereisten:

  1. Keuring van het verwarmingssysteem:De eigenaar moet beroep doen op een erkend vakman om het verwarmingssysteem te laten keuren bij de indienstneming ervan (na installatie of vervanging van een verwarmingsketel, de vervanging van een verwarmingslichaam of van de brander).

Erkende vakmensen
Hier vindt u de lijsten van erkende vakmensen:

  • voor stookolieketels,
  • voor aardgasketels,
  • voor ketels met een brander met ingeblazen lucht.
  1. Er moet een periodieke controle van de ketels (schoonmaak van de ketel en het afvoersysteem, regeling van de brander, trek van de schoorsteen, ventilatie van de verwarmingsruimte) worden uitgevoerd door de eigenaar:
    • elk jaar voor stookolieketels,
    • en elke drie jaar voor aardgasketels.
  1. Niet-bindende diagnose van verwarmingssystemen:
    De diagnose van het verwarmingssysteem is een niet-bindende evaluatie van het systeem door een erkend vakman. Ze kan worden uitgevoerd tussen het 14e en 16e jaar van de oudste ketel (> 20kW) die op het verwarmingssysteem is aangesloten.Er moet in de 12 maanden die vooraf gaan aan deze diagnose een periodieke controle zijn uitgevoerd.
    Via deze, niet-bindende, diagnose kan specifiek advies worden ingewonnen over de installatie en het gebruik ervan: vervanging, aanpassingen, alternatieven en specifiek gebruik.

Voor meer informatie over verwarmingsketels van 20 KW en nieuwe vereisten in het kader van de EPB-reglementering

Wat is het vermogen van een verwarmingsketel?

  1. Wat is het vermogen van de verwarmingsketel?De warmte die noodzakelijk is om een woning te verwarmen en ze op de gewenste temperatuur te houden, bepaalt het vermogen van de verwarmingsketel. Dit vermogen wordt berekend in functie van de warmteverliezen. D.w.z. dat de woning op bepaalde momenten van de dag wordt verwarmd, maar continu weer afkoelt. Elke “verloren” graad warmte moet worden gecompenseerd door een nieuwe toevoer van warmte in de woning (dus door “extra” werking van de verwarmingsketel): een precieze berekening moet rekening houden met alle warmteverliezen van de woning.
  1. Te grote verwarmingsketel?In heel wat gevallen is de verwarmingsketel te groot voor de betrokken woning. D.w.z. dat hij meer thermisch vermogen (warmte) geeft dan de woning eigenlijk nodig heeft. Het is belangrijk dat de ketel aangepast is aan de woning, want hoe krachtiger hij is, hoe duurder in aankoop en hoe meer energie hij verbruikt. Verwarmingsketels worden vaak “standaard” te groot genomen om zeker te zijn dat niet ingecalculeerde warmteverliezen kunnen worden gecompenseerd.

Voor meer informatie, zie de fiche van het BIM met als titel “Het vermogen van verwarmingsketels (VERW03)”

Voordelen en nut van het onderhoud van de verwarmingsketel

Het is belangrijk dat verwarmingstoestellen en systemen voor de productie van warm water goed worden onderhouden. Op die manier:

  • kan worden bespaard op het verbruik van brandstof, waardoor de factuur lager zal worden;
  • worden pannes van de verwarming voorkomen;
  • worden de risico’s voor de veiligheid en de gezondheid beperkt.

De beste periode om het verwarmingssysteem te onderhouden, is de periode net voor de winter. Nadat het systeem in de zomerperiode ongeveer zes maanden niet heeft gewerkt, verkleint een onderhoud van het systeem in de herfst het risico op pannes van de verwarming in de winter aanzienlijk.

Isolatie van de leidingen
Het is essentieel dat leidingen en buizen die zijn aangesloten op de verwarmingsketel, goed worden geïsoleerd. Door leidingen te isoleren, kan heel wat energie worden bespaard. Volgens de nieuwe EPB-vereisten (2011) is de eigenaar verplicht om zijn leidingen te isoleren zodra zijn ketel wordt opgeleverd.