Woning

Normen aangaande vocht, verluchting en bezetting

Mis à jour le : 23/09/2016

Vocht

Vocht is een normaal natuurlijk fenomeen. Elk levend wezen (mens, dier, plant) geeft door te ademen zelf vocht af aan de lucht. In een woning gaat dit vocht condenseren en zich afzetten op de wanden (muren, ramen, plafond, enz.).

Wanneer er te veel vocht aanwezig is, is dit nefast voor de woning: Een te hoge vochtigheid kan:

  • de woning beschadigen (beschadiging van muren, plafond en bekleding)
  • de ontwikkeling van parasieten en schimmels in de hand werken
  • gezondheidsproblemen veroorzaken bij de bewoners
  • het energieverbruik voor de verwarming verhogen.

Een vochtige woning is namelijk moeilijker te verwarmen dan een “droge” woning

Vocht kan zich op erg verschillende manieren manifesteren:

  1. zwarte vlekken
    humidite
    De aanwezigheid van zwarte vlekken op de muren van een woning wijst op een gebrek aan ventilatie van de betrokken kamer. Het vocht condenseert op de muren, vaak ter hoogte van warmtebruggen en gaat, als het niet weg kan, zwarte vlekken vormen.
  2. Gele sporenInfltration
    De aanwezigheid van gele sporen wijst op de aanwezigheid van water in de muren (insijpeling, opstijgend vocht). Het ventileren van de kamer zal het probleem niet oplossen maar zorgt wel voor verse omgevingslucht, wat gewoonlijk aanbevolen is bij problemen zoals astma of ademhalingsmoeilijkheden.

 

De Huisvestingscode stelt dat de woning niet mag worden getroffen door:

  • zichtbare schade veroorzaakt door vocht
  • schimmels ten gevolge van permanent vocht dat een rechtstreeks gevolg is van de staat van de woning (insijpeling, opstijgend vocht en permanente condensatie).
    Schimmels zijn parasieten. Ze zijn schadelijk voor de woning. Dit is met name het geval voor huiszwam

Om aan de vereisten inzake gezondheid te voldoen, moeten de woning, de gemeenschappelijke ruimten en de directe omgeving vrij zijn van schimmels, parasieten, insecten, vogels of knaagdieren die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid van de bewoners.

Kakkerlakken en ongedierte
Kakkerlakken houden van tropische warmte, warm en heel vochtig. Onder deze omstandigheden gedijen ze het best. Wanneer een gebruiker klaagt over de aanwezigheid van kakkerlakken of ongedierte (ratten, muizen, enz.) is de eigenaar hiervoor niet verantwoordelijk, behalve als hun aanwezigheid schriftelijk werd vastgesteld bij het opmaken van de plaatsbeschrijving, voor de overdracht van de sleutel of in de loop van de eerste maand van de bewoning.

In de volgende gevallen werden de eisen inzake gezondheid van de Huisvestingscode niet gerespecteerd:

    1. Insijpeling
      Het betreft gevallen van insijpeling van vocht doordat het dak, de muren of het buitenschrijnwerk niet waterdicht zijn, of door een gebrekkige waterdichtheid van de sanitaire installaties, de regenpijpen of de verwarmingsinstallatie van de eigen woning of van een andere woning.
    2. Permanente condensatie
      Het betreft gevallen van permanente condensatie veroorzaakt door de morfologie van het gebouw, ondanks normale gebruiksomstandigheden (aantal personen en ontwikkeling van vocht aangepast aan de bestemming van de ruimten)
    3. Opstijgend vocht
      Het betreft gevallen van opstijgend vocht via de muren of plankenvloeren.
Hoe kan de vochtigheid worden gemeten?
Er bestaan verschillende middelen om de vochtigheid te meten.

  1. Het vocht in de lucht in een woning
    Dit wordt gemeten met een hygrometer. Er bestaan manuele en elektronische hygrometers. Deze toestellen zijn niet duur en kunnen worden gehuurd bij bepaalde verenigen die actief zijn op het gebied van huisvesting (BBRoW, Netwerk Wonen).
  2. Vocht in de muren
    Dit wordt gemeten met behulp van een sonde. Deze sondes zijn vrij duur en niet eenvoudig te gebruiken (heel wat verschillende data, interpretatie, enz.). Het is beter om hiervoor een beroep te doen op een vakman.

Verluchting

Op gebied van verluchting, wordt de staat van het gebouw geëvalueerd in normale gebruiksomstandigheden van de woning en de gemeenschappelijke ruimten. De Huisvestingscode bepaalt hier dat de woning voldoende geventileerd moet worden:

  • elke woning moet ventilatiemiddelen omvatten (vensters en/of afvoer van verontreinigde lucht) in de verschillende kamers, met uitzondering van de centrale ruimte of op elkaar aansluitende kamers.
  • de ventilatie moet afgestemd zijn op de functie van de kamers, zoals de keuken of de badkamer, die meer vocht genereren.

Er moet voor worden gezorgd dat er altijd evenveel verse lucht wordt toegevoegd als er lucht wordt afgevoerd.

De woning moet verplicht in overeenstemming zijn met de specifieke geldende technische voorschriften inzake verluchting.

Bezetting van de woning

Wat betreft de bezetting, mag de woning in geen geval overbevolkt zijn (aangezien een overbevolkte woning veel vatbaarder is voor ernstige vochtproblemen). De Huisvestingscode voorziet in dit opzicht normen inzake maximale bezetting per oppervlak:

  • 18 m2 voor één persoon
  • 28 m2 voor twee personen
  • 33 m2 voor drie personen
  • 37 m2 voor vier personen
  • 46 m2 voor vijf personen
  • bij een bewoning door meer dan vijf personen, wordt dit minimale oppervlak verhoogd met 12 m² per extra persoon.