< Terugkeer

Actualisering van de Gids voor de interpretatie van Brugel : een handig instrument voor maatschappelijk werkers

Geplaatst op: 04/05/2023 - Bijgewerkt: 08/05/2023

Eind december publiceerde Brugel een bijgewerkte versie van zijn Gids voor de interpretatie van de openbare dienstverplichtingen van de leveranciers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, naar aanleiding van de inwerkingtreding van de recente hervorming van de ordonnanties Gas en Elektriciteit in maart 2022. In oktober 2021 werd een eerste versie van deze gids opgesteld.

De gids is in duidelijke en algemeen begrijpelijke taal geschreven en is een interessant hulpmiddel voor maatschappelijk werkers en verenigingen voor consumentenbescherming in het kader van hun dagelijkse activiteiten, bijvoorbeeld wanneer ze te maken krijgen met conflicten tussen consumenten en leveranciers over de naleving van de openbare dienstverplichtingen.

In de gids zijn namelijk op een beknopte en toegankelijke manier verschillende bepalingen van de ordonnanties Gas en Elektriciteit opgenomen in combinatie met concrete voorbeelden.

Enkele fragmenten over problemen die in de praktijk regelmatig worden aangehaald :

Verplichting om een voorstel te doen :
In overeenstemming met artikel 25ter, § 1 van de Elektriciteitsordonnantie is elke leverancier verplicht om aan elke afnemer die daarom vraagt, binnen tien dagen na het verzoek een voorstel over te maken. Een bepaling waarin wordt vastgelegd dat de leverancier bijvoorbeeld binnen 30 dagen zijn antwoord op het contractverzoek aan de afnemer meedeelt, ongeacht of het antwoord positief of negatief is, is niet in overeenstemming met deze bepaling. (…)

Bovendien moet de leverancier ervoor zorgen dat hij bij zijn voorstel ook de algemene verkoopsvoorwaarden voegt, net als de bepalingen van de ordonnantie die betrekking hebben op de beschermde afnemers, wanneer de afnemer een huishoudelijke afnemer is” (zie p. 5-6 van de Gids voor de interpretatie).

Weigering van afnemer :
In overeenstemming met artikel 25ter, § 1, eerste en tweede lid van de Elektriciteitsordonnantie mogen leveranciers alleen weigeren om aan een afnemer te leveren als het gaat om een afnemer of een voormalige afnemer die zijn schulden bij de betrokken leverancier niet volledig heeft afbetaald, of die zijn schulden niet heeft afbetaald en die het eventueel opgestelde afbetalingsplan niet naleeft. De leverancier kan zich ook niet achter een operationeel probleem verschuilen om een afnemer te weigeren.

In dat geval heeft de leverancier de keuze om ofwel de contractaanvraag schriftelijk te weigeren, ofwel een voorstel te doen voor een leveringscontract dat zal worden gesloten nadat de afnemer een borg heeft verstrekt. Een leverancier kan een afnemer dus niet weigeren omdat die schulden zou hebben bij een andere leverancier, of omdat de leverancier “reden heeft om te twijfelen aan zijn solvabiliteit”.

De weigering van de afnemer moet gebeuren binnen een termijn die verenigbaar is met de andere verplichtingen van de leverancier en met name de verplichting om binnen 10 dagen na het verzoek van de afnemer een voorstel te doen, net als de verplichting om het leveringspunt binnen 3 weken na het verzoek van de afnemer over te nemen. Een termijn van 30 dagen om het contractverzoek van een afnemer te weigeren, is dus niet verenigbaar met de Brusselse wetgeving” (zie p. 6 van de Gids voor de interpretatie).

Verzoek om een borg :
In overeenstemming met artikel 25ter, § 1, tweede lid van de Elektriciteitsordonnantie kan de leverancier een borg vragen aan een afnemer die een leveringscontract voor elektriciteit wil sluiten, als de afnemer niet al zijn schulden heeft afbetaald en het eventueel opgesteld afbetalingsplan niet heeft nageleefd. De leverancier kan de afnemer niet vragen een borg te betalen en tegelijkertijd de schulden af te betalen; de borg kan niet worden gebruikt om de schuld in kwestie af te betalen (…). De borg kan alleen worden gevraagd vóór de sluiting van een contract, of bij de verlenging van het contract, en niet tijdens het contract.

Het bedrag van de gevraagde borg moet in ieder geval redelijk zijn en in verhouding staan tot het vermoedelijke verbruik van de afnemer” (zie p. 6-7 van de Gids voor de interpretatie).

Over de lastige kwestie van de mogelijkheid voor de leverancier om de overeengekomen energieprijs te wijzigen door de klant te informeren, en van het recht van de klant om het contract te ontbinden in geval van onenigheid over het nieuwe tarief, hebben we echter al deze kritische toelichting gepubliceerd. In dat opzicht willen we de maatschappelijk werkers oproepen om waakzaam te blijven en ons op de hoogte te stellen van situaties die zij problematisch zouden vinden.

Op pagina’s 14 tot 17 gaat de gids dieper in op de procedure voor minnelijke invordering en wat de leverancier mag factureren qua herinnerings- en ingebrekestellingskosten, interesten en boeteclausule.

De gids bespreekt ook de kwesties van de facturering, verhuizing, het statuut van beschermde klant en de nieuwe geldende regeling, de schadevergoeding in geval van aansprakelijkheid van de energieleverancier of van de beheerder van het distributienet (Sibelga), enz.

In het algemeen maakt de gids dus een stand van zaken op over de huidige regelgeving maar ook – en dat wordt erg geapprecieerd – over de eigenlijke toepassing ervan, en dat met name door te verwijzen naar vele beslissingen van de Geschillendienst van Brugel.

Bij niet-naleving van de bepalingen in deze gids kan gewoonlijk een beroep worden gedaan op de Geschillendienst van Brugel. Dit kan de argumenten van maatschappelijk werkers zeker meer kracht bijzetten in hun gesprekken met leveranciers.

We verzoeken alle maatschappelijk werkers, ook wanneer ze niet gespecialiseerd zijn in de energiesector, om deze gids door te nemen zodat ze hun kennis kunnen bijschaven en nog meer vertrouwd raken met de kernproblemen die in de gids worden aangekaart.