Minstens 400.000 Belgische gezinnen in energiearmoede volgens een rapport van de CREG
Mis à jour le : 19/02/2020
De Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) heeft geanalyseerd welk aandeel de elektriciteit- en aardgasfactuur heeft in het budget van de Belgische gezinnen. Volgens dit rapport worden vooral eenoudergezinnen, alleenstaanden en personen met een laag inkomen getroffen door energiearmoede.
Daarnaast spenderen eveneens personen die hun woning uitsluitend met elektriciteit verwarmen logischerwijze een groter deel van hun budget aan hun elektriciteitsfactuur.
De situatie is het meest problematisch voor gezinnen die deze 3 kenmerken samen vertonen (eenoudergezinnen of alleenstaanden met een laag inkomen die zich verwarmen met elektriciteit).
De studie stelt voor om gezinnen die meer dan 10% van hun beschikbare netto-inkomen (na aftrek van de huisvestingskost) besteden aan de betaling van hun elektriciteits- en aardgasfactuur te beschouwen als gezinnen in energiearmoede. Uitgaande van deze definitie wordt geschat dat in 2018 voor de gezinnen die hun woning en hun warm water verwarmen met aardgas (61% van de Belgische gezinnen), energiearmoede een feit was voor:
- 20% tot 30% van de alleenstaanden;
- 2% van gezinnen met twee volwassenen zonder kinderen ten laste;
- 6% tot 10% van de gezinnen met twee volwassenen en twee kinderen ten laste;
- 40% tot 50% van de eenoudergezinnen (één volwassene met twee kinderen ten laste).
Dit betekent dat minstens 400.000 Belgische gezinnen in energiearmoede leven. Dit cijfer heeft alleen betrekking op gezinnen die thuis aardgas en elektriciteit verbruiken en enkel op de 4 typologieën van gezinnen die in de studie worden geanalyseerd. Het totale aantal huishoudens in energiearmoede in België in 2018 ligt bijgevolg veel hoger.
Stijging van de energieprijzen sinds 2007
De studie toont ook de evolutie van de gemiddelde all in prijs van elektriciteit en aardgas tussen 2007 en 2018. Tijdens deze periode is de gemiddelde all in lopende prijs van elektriciteit met 62% gestegen terwijl de constante prijs (d.w.z. na neutralisatie van het effect van de inflatie) met 31% is gestegen. De stijging is grotendeels het gevolg van een toename van de distributienettarieven en een toename van de heffingen. De gemiddelde all in prijs van aardgas op zijn beurt, is respectievelijk gestegen met 27% (lopende prijs) en 2,4% (constante prijs).
Minder of meer geslaagde sociale maatregelen
De studie wijst erop dat er zowel voor elektriciteit als voor aardgas sociale tarieven bestaan: “Het mechanisme van sociale tarieven maakt het mogelijk om, als alle andere zaken gelijk blijven, de jaarlijkse totaalfactuur voor elektriciteit en aardgas voor deze huishoudens te beperken en dus ook het aandeel ervan in het beschikbare netto-inkomen. Toch kunnen niet alle Belgische huishoudens met de laagste inkomens van de sociale tarieven genieten. Dit hangt immers niet enkel af van de hoogte van de inkomsten, maar ook van het statuut. “
Het exclusieve gebruik van elektriciteit vormt een aanslag op het budget
Het aandeel dat de energiefactuur heeft in het beschikbare netto-inkomen van een gezin hangt heel sterk samen met het feit of het gezin al dan niet exclusief gebruik maakt van elektriciteit om in zijn energiebehoeften te voorzien. Van alle soorten gezinssamenstellingen die werden bestudeerd, besteden degene die verwarmen op elektriciteit gemiddeld een groter aandeel van hun beschikbare inkomen aan hun energiefactuur dan degene die verwarmen op aardgas. Uit de Enquête 2018 van het Observatiecentrum van de Huurprijzen (die we eerder al bespraken), weten we dat 14% van de woningen in Brussel wordt verwarmd met elektriciteit, wat voor de bewoners dus resulteert in een hoge energiefactuur.
Aanbevelingen van de CREG
In dit rapport doet de CREG twee belangrijke aanbevelingen:
- Indicatoren voor energiearmoede ontwikkelen zoals gevraagd in het kader van het Clean Energy Package dat vorig jaar door de Europese Unie werd aangenomen;
- De steun aan de gezinnen die het hardst worden getroffen, opvoeren. De CREG geeft als voorbeeld de opwaardering van het Fonds Gas en Elektriciteit1.
[1] Ook het Steunpunt had deze aanbeveling gedaan via het Platform Energiearmoede van de Koning Boudewijnstichting. Meer informatie vind je hier.