< Terugkeer

Vijf jaar om energieschulden te kunnen opeisen, dat is te lang.

Geplaatst op: 28/03/2017 - Bijgewerkt: 21/04/2017

Gezamenlijk bericht van de vzw Infor Gas Elek, de vzw Steunpunt Schuldbemiddeling, de Fédération des Services Sociaux – Steunpunt SocialEnergie, het Réseau Wallon pour l’Accès Durable à l’Energie (RWADE).

Het wetsvoorstel “Potpourri V” dat werd voorgesteld door minister van Justitie Koen Geens, zal heel binnenkort in het parlement onder de loep worden genomen. Dit wetsvoorstel wil verschillende bepalingen van het burgerlijk recht vereenvoudigen en moderniseren, en voorziet met name in een maatregel aangaande de verjaringstermijn van energieschulden (d.w.z. de termijn waarna een leverancier een schuld niet langer van een consument kan opeisen). In dit wetsvoorstel wordt een verjaringstermijn van vijf jaar voorgesteld.

We vinden het uiteraard goed dat de regering een duidelijke termijn wil vastleggen voor de energiesector, maar we zijn van mening dat deze termijn te lang is en geen rekening houdt met de complexiteit van het systeem dat wordt gehanteerd voor de facturering van energie.

Onze analyse en de voorbeelden in bijlage tonen duidelijk welke concrete moeilijkheden wij ondervinden in onze dossiers en welke gevolgen dat heeft voor de kwestie van de verjaringstermijn.

We kunnen niet duidelijk genoeg benadrukken dat toegang tot energie, net zoals gezondheidszorg, een noodzakelijke basisbehoefte is. Het is dus van het grootste belang dat burgers op dit vlak extra beschermd worden.

Onze aanbevelingen zijn gebaseerd op het Franse recht en sluiten aan bij die van de Federale Ombudsdienst voor Energie en de Hoge Raad voor Justitie.

Samengevat willen we de wetgever voorstellen om:

  • De verjaringstermijn van artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek voor energieschulden vast te leggen op 2 jaar
  • Te bepalen dat deze verjaringstermijn ingaat op de 1e dag van de maand die volgt op de opname van de meterstand en dat, wanneer er geen meterstand werd opgenomen, meegedeeld of geraamd, de verjaringstermijn zou ingaan op 1 januari van het burgerlijk jaar dat volgt op het jaar waarin de energie werd geleverd. Als het begin van de verjaringstermijn gelinkt moet blijven aan de facturatie, stellen we een harmonisering van de regionale wetgevingen inzake facturatietermijnen van de leveranciers voor, door in de wetten van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de aardgasmarkt een bepaling op te nemen die stelt dat:
  • De leverancier verplicht is om te factureren binnen een termijn van 6 weken nadat de distributienetbeheerder hem de metergegevens heeft overgemaakt. Als deze termijn van 6 weken is verstreken, is de leverancier een financiële vergoeding verschuldigd. Na een termijn van 12 maanden nadat de metergegevens werden meegedeeld, mag de leverancier geen factuur meer bezorgen en verliest hij het recht om over te gaan tot de inning van de te laat gefactureerde bedragen. De verjaringstermijn gaat, in dat geval, in op 1 januari van het burgerlijke jaar dat volgt op het jaar waarin de energie wordt geleverd.

» Hier vindt u de volledige analyse en alle aanbevelingen (FR)