Statuut van beschermde klant : opheldering over de duur ervan !
Mis à jour le : 08/04/2024
Op 3 juli 2023 heeft de Geschillendienst van BRUGEL een belangrijke beslissing genomen die de duur van het statuut van beschermde klant verduidelijkt[1].
De feiten op een rij
In februari 2023 kreeg OCMW ‘X’ een dame over de vloer met een dringende vraag voor de schuldbemiddelingsdienst. Ze had een brief van Sibelga gekregen met de mededeling dat haar statuut van beschermde klant na vijf jaar ingetrokken werd. Er werd verwezen naar de gewijzigde gas- en elektriciteitsordonnanties die in werking waren getreden op 30 april 2022, waarbij de duur van het statuut van beschermde klant voortaan beperkt is tot vijf jaar[2].
Op basis van informatie van Infor GasElek, dat liet weten dat dit soort situaties vaak voorkwam, stuurde OCMW ‘X’ een brief naar Sibelga om het onwettige karakter van deze beperking van de tijdsduur aan de kaak te stellen. Tegelijk werd een klacht ingediend bij de Geschillendienst van BRUGEL.
Sibelga en BRUGEL voerden een juridische analyse uit en Sibelga besloot zijn standpunt te herzien: op 28 februari 2023 werd de vrouw ervan op de hoogte gebracht dat de oorspronkelijke beslissing van Sibelga om haar statuut als beschermde klant te beëindigen teruggedraaid was. Bijgevolg kon zij nog vijf jaar genieten van haar statuut van beschermde klant vanaf de wijziging van de elektriciteitsordonnantie van 19 juli 2001, dus tot 30 april 2027[3].
OCMW ‘X’ blijft echter betwisten dat mevrouw haar statuut als permanent beschermde klant (voor onbepaalde duur) verloren heeft, aangezien ze al beschermde klant was voordat de nieuwe regels van kracht werden.
Een verlenging voor een vaste termijn van maximaal vijf jaar is volgens het OCMW niet aanvaardbaar: de toepassing van de nieuwe termijn van vijf jaar te rekenen vanaf de inwerkingtreding van de ordonnantie van 2022 zou een inbreuk vormen op het grondwettelijke beginsel van de niet-terugwerkende kracht van de wet.
Besluit van de Geschillendienst van BRUGEL
De Geschillendienst wijst om te beginnen op de bedoeling van de beperking van de duur: het statuut van beschermde klant “wordt voortaan toegekend voor een vaste periode van vijf jaar (…). Deze aanpassing, gecombineerd met de verplichting voor de leverancier om de volledige terugbetaling van de schuld mee te delen, heeft als doel om te vermijden dat er klanten bij de noodleverancier blijven die daar geen behoefte meer aan hebben. Bovendien zet deze periode van vijf jaar mensen aan om afbetalingsplannen over een periode van vijf jaar af te sluiten.”[4]
Uit deze parlementaire voorbereiding blijkt ook duidelijk dat de wetgever wil vermijden dat mensen blijven genieten van het statuut van beschermde klant als ze daar geen “behoefte” meer aan hebben.
Om over de voorgelegde vraag te beslissen, verwijst de Geschillendienst vervolgens naar de beginselen van de toepassing van de wet in de tijd, namelijk de onmiddellijke toepassing op huidige situaties[5], maar zonder terugwerkende kracht. Dat betekent dat de periode van vijf jaar voor alle huidige beschermde klanten ingegaan is op 30 april 2022, de datum waarop de wijzigingsbeschikking in werking trad.
[1] De beslissing werd gepubliceerd op 2 oktober 2023.
[2] In de ordonnantie van 17 maart 2022, die op 30 april 2022 van kracht werd, is paragraaf 3bis toegevoegd aan artikel 25septies van de elektriciteitsordonnantie: “Het gezin wordt erkend als een beschermde afnemer voor een bepaalde duur van maximaal vijf jaar, onder voorbehoud van de toepassing van paragraaf 6. Indien een gezin dat als beschermde afnemer is erkend, betrokken raakt bij een schuldbemiddelingsproces met een erkend bemiddelingscentrum of een collectieve schuldenrekening, wordt het voor onbepaalde tijd erkend als beschermde afnemer, onder voorbehoud van de toepassing van paragraaf 6.” De limiet van vijf jaar geldt dus niet voor mensen die betrokken zijn bij schuldbemiddeling of collectieve schuldregeling. Voor hen blijft de status van onbepaalde duur. Zie https://www.socialenergie.be/nl/hervorming-van-de-ordonnanties-gas-en-elektriciteit-in-het-brussels-gewest-goedkeuring-van-nieuwe-maatregelen-op-het-vlak-van-sociale-bescherming-die-van-kracht-zijn-sinds-30-april-2022/
[3] Tenzij het betalingsplan uiteraard eerder afloopt of de klant niet langer voldoet aan de voorwaarden voor het statuut, die om de twee jaar gecontroleerd worden.
[4] Parlementaire voorbereiding van de ordonnantie, A-516/1, p. 11.
[5] Deze beginselen werden ook vermeld door het Grondwettelijk Hof (arrest 13/2020 van 6 februari 2020, B.4.1.): “Een regel moet als retroactief worden gekwalificeerd wanneer hij van toepassing is op feiten, handelingen en toestanden die definitief waren voltrokken op het ogenblik dat hij in werking is getreden. Bovendien is het gewone gevolg van elke wettelijke regel dat hij wordt geacht van onmiddellijke toepassing te zijn niet alleen op feiten die zich voordoen na zijn inwerkingtreding, maar ook op rechtsgevolgen van voordien voorgevallen feiten.”
Deze beginselen worden bevestigd in het nieuwe artikel 1.2 van het Burgerlijk Wetboek, dat stelt:
“De wet beschikt alleen voor de toekomst. Zij heeft geen terugwerkende kracht tenzij dit noodzakelijk is voor een doelstelling van algemeen belang.
Behoudens andersluidende bepaling is een nieuwe wet niet alleen van toepassing op situaties die na haar inwerkingtreding ontstaan, maar ook op de toekomstige gevolgen van onder de vroegere wet ontstane situaties die zich voordoen of voortduren onder de nieuwe wet, voor zover dit geen afbreuk doet aan reeds onherroepelijk vastgestelde rechten (…).”